604
15 APRIL 1947
dat van de Gemeente in het voorstel van Burgemeester en Wethouders
met hetzelfde kadastrale nummer worden aangeduid.
De VOORZITTER zegt, dat zulks een vergissing is.
Zonder verdere opmerkingen wordt overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De VOORZITTER deelt mede, dat punt 44 van de agenda is afge
voerd.
45. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van
overeenkomsten met de gemeenten Beek N.B., Etten c.a., Rijsbergen en
Nieuw-Ginneken, betreffende de verdeeling van den onderhoudsplicht
van grensobjecten. (Bijlagen 1947, no. 80.-
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen
gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
46. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek
van het Gemeentebestuur van Eindhoven om adhaesie te betuigen aan
een door den Raad dier gemeente tot de Gedeputeerde Staten der Pro
vincie gericht verzoek om invoering van een kindertoelage-regeling
voor de Wethouders. (Bijlagen 1947, no. 73.)
De heer LAUREY heeft in beginsel geen bezwaar tegen invoering van
een kindertoelage-regeling voor de wethouders, maar hij vindt, dat in
het concept-verzoekschrift wat te ver wordt gegaan. Een wethouder
kan immers ook nog in loondienst zijn; hij zou dan een dubbele kinder
toelage krijgen. Spr. kan zich met het ontwerp-schrijven van Burge
meester en Wethouders vereenigen, wanneer daaraan wordt toegevoegd
de restrictie: Als hij niet uit anderen hoofde een kindertoelage geniet.
Den VOORZITTER lijkt deze toevoeging wel redelijk toe. Hij wil
haar derhalve overnemen.
De heer VAN BIJNEN zou in dezen niet willen spreken van 3°/o, maar
van den grondslag, die voor ambtenaren gebruikelijk is.
De VOORZITTER verklaart ook dit te willen overnemen.
Met inachtneming van deze wijzigingen wordt het concept-
schrijven aan heeren Gedeputeerde Staten vastgesteld.
47. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van
een verordening op de heffing en invordering van besmettelijke ziekte-
gelden. (Bijlagen 1947, no. 78.)
De heer VERHAAK vindt het niet juist, dat, als men verplicht wordt
tot opname in een barak voor besmettelijke ziekten, men dan zelf de
kosten moet betalen. Immers, in zulk een geval is de opname in het
algemeen belang, dus moet de gemeenschap de kosten dragen.
Wethouder ROMSOM antwoordt het volgende:
De besmettelijke ziektenwet 1928 bepaalt, dat een lijder aan een be
smettelijke ziekte van groep B (o.a. buiktyphus,diphterie, roodvonk,
dysenterie-), die in beginsel in zijn woning mag worden verpleegd, op