606
15 APRIL 1947
50. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de
begrooting van het gemeentelijk Woningbedrijf voor het dienstjaar 1947.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereenkomstig besloten.
51. Schrijven van Burgemeester en Wethouders, daarbij ter voor-
loopige vaststelling aanbiedende de rekening der Gemeente, alsmede die
der gemeente-bedrijven, alle over het dienstjaar 1944, met voorstel tot
benoeming van een commissie tot onderzoek dier rekeningen. (Bijlagen
1947, no. 92.)
Op verzoek van den Raad, dat de VOORZITTER die commissieleden
zal benoemen, worden door hem als zoodanig aangewezen: de heeren
Meijs, Jongbloed en Van Kampen.
De heer DIRVEN verklaart, dat de heer Meijs in verband met drukke
werkzaamheden onlangs bezwaar heeft gemaakt tegen benoeming tot
lid van een commissie tot onderzoek.
De VOORZITTER wijst daarop in plaats van den heer Meijs den heer
Van Bijnen aan.
Zoodat de commissie tot onderzoek van bovengenoemde reke
ningen is samengesteld uit de heeren: Van Bijnen, Jongbloed
en Van Kampen.
52. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het aangaan van
een geldleening, groot 121.878.91 tegen een rente van 3'/i0/o. (Bijlagen
1947, no. 94.)
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen
gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
53. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van
een crediet voor verbouwing van den rechtervleugel van het Gemeente
huis. (Bijlagen 1947, no. 107.)
De heer DE RUITER vraagt, of deze verbouwing ligt in de lijn van
de definitieve plannen voor uitbreiding van het Gemeentehuis.
De VOORZITTER antwoordt ontkennend.
De heer DE RUITER vraagt, of de voorgestelde verbouwing dan wel
noodzakelijk is.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend; men kan op het oogenblik
de bureaux niet onderbrengen.
Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
54. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van
een crediet voor werken, benoodigd voor gaslevering door de Staats
mijnen. (Bijlagen 1947, no. 108.-
De heer LAUREY vraagt, wanneer gas van de Staatsmijnen betrokken
zal kunnen worden.