15 APRIL 1947 609 5. De heer BREKELMANS breekt een lans voor het uitvaardigen van een parkeerverbod op den Haagdijk. De parkeerende auto's zijn hinder lijk voor de winkeliers. De VOORZITTER antwoordt, dat die kwestie zal worden nagegaan. 6. De heer BREKELMANS vraagt, hoe het nu staat met de bewoning van het pand Boschstraat 49. De maand, welke de Singermaatschappij was gegeven om uit te zien naar een gezin voor de bovenwoning, is inmiddels voorbij. De VOORZITTER zal daarnaar informeeren. 7. De heer VERSCHUREN vraagt, aan een zekeren Broos vergunning te verleenen voor het ophalen van schillen. De VOORZITTER antwoordt, dat bedoelde Broos zich met een des betreffend verzoek tot den directeur van den Reinigingsdienst moet wenden. 8. De heer VERSCHUREN vestigt de aandacht op den slechten toe stand van den Vaareindscheweg; deze is onberijdbaar. De VOORZITTER zal een onderzoek laten instellen. 9. De heer HEER merkt op, dat 1 Mei voor een groot deel der be volking een feestdag is. Spr. verzoekt dengenen van het personeel en van de leerlingen van scholen en van het gemeentepersoneel, die dien dag vacantie willen nemen, geen bezwaren in den weg te leggen. De VOORZITTER zegt, dat Burgemeester en Wethouders een desbe treffende aanschrijving zullen richten tot de hoofden van scholen en de hoofden van diensten en bedrijven. 10. De heer VAN BIJNEN zegt, dat het trottoir op den Tetering- schedijk op twee plaatsen zoo smal is, dat men met den kinderwagen op den rijweg moet gaan rijden. Dit kan worden verbeterd door de hekken van de voortuinen terug te plaatsen. Spr. wil aan de betrokken eigena ren een dergelijk verzoek richten. De VOORZITTER zegt een onderzoek toe. 11. De heer TEN HOLDER brengt in herinnering, dat bij de behan- ling van de begrooting 1947 door den Wethouder van Sociale Zaken is toegezegd, dat een onderzoek zou worden ingesteld naar de omzetting van den dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Wethouder ROMSOM antwoordt, dat daaraan wordt gewerkt. Er zijn gegevens gevraagd aan andere gemeenten. Binnenkort zal die kwestie door Burgemeester en Wethouders in behandeling worden genomen. 12. De heer TEN HOLDER deelt mede, dat onlangs door de firma Backer en Rueb voor een employé, die in grooten woningnood ver keert, aan de Woningnoodcommissie is verzocht om een noodwoning. Zij heeft daarop bericht ontvangen, dat het geval daarvoor niet in aan merking kon komen. Spr. vraagt, of hij niet inlichtingen kan krijgen, wie wèl aan een noodwoning geholpen zijn, ten einde belanghebbende te kunnen aan- toonen, dat die gevallen meer urgent waren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 609