618
19 MEI 1947
Het is nu de tijd om te bezinnen op de taak, welke Breda Vooruit in
onze gemeenschap dient te hebben.
We hebben in Breda gekregen 'n Culturele Werkgemeenschap en 'n
groot deel van het werk, dat thans door Breda Vooruit wordt verricht,
ligt ongetwijfeld op het terrein van deze gemeenschap.
De culurele werkgemeenschap is eigenlijk 'n kind, dat door de ge
meenteraad bij de ooievaar besteld is. 'n Kind, waarvan we nog moeten
afwachten, hoe het zal groeien. Vaderlijk gezag kunnen we er niet over
doen gelden, het staat geheel op eigen benen. We hopen, dat het zal
groeien, zoals wij dat gaarne zagen, dan zal het 'n gezond kind worden.
Tussen 2 haakjes: ik had gehoopt, dat de culturele werkgemeenschap
met beide handen de kans zou hebben aangegrepen haar levensvatbaar
heid te tonen, door op de bevrijdingsdag een goed programma samen te
stellen. Mischien dat de baby nog wat jong was. In elk geval hoop ik,
dat men 'n volgende keer deze kans niet voorbij laat gaan.
Maar als de culturele werkgemeenschap eenmaal haar bestaansrecht
bewezen heeft, zal Breda Vooruit de culturele zorgen aan haar kunnen
overlaten. Om te beginnen lijkt het me noodzakelijk, dat er 'n zeer
nauw contact tussen beide verenigingen bestaat. En zeker zal de toe
komstige directeur van Breda Vooruit 'n leidende functie moeten be
kleden in de C.W., wil men de krachten van beide verenigingen vol
doende bundelen.
Mijnheer de Voorzitter. Ik ben misschien 'n beetje van de hak op
de tak gesprongen. Het was me echter 'n behoefte op enkele hiaten te
wijzen. We kunnen niet overal tegelijk zijn en menig werk, dat men
gaarne zou doen, moet men laten liggen en toch willen we ons er dan
mee bemoeien, omdat het ons na aan het hart ligt. Dat zou de indruk
kunnen wekken van de stuurman aan de wal. Dat neem ik dan maar
op de koop toe en ik hoop, dat de raad, indien hij het met me eens is,
dat ook zal doen.
Resumerende kom ik dan tot de volgende conclusies:
1. Ik ga accoord met het prae-advies van Burgemeester en Wet
houders.
2. Ik hoop, dat Breda Vooruit kans zal zien, de belanghebbenden te
overtuigen van de noodzakelijkheid van het werk harer vereniging.
3. Ik ben van mening, dat, nu er in Breda een culturele werkgemeen
schap bestaat, 'n deel van het werk van Breda Vooruit overgedra
gen dient te worden aan deze gemeenschap.
4. Breda Vooruit zal in zeer nauw contact dienen te werken met de
culturele werkgemeenschap.
5. Ter behartiging van de gemeentebelangen is het gewenst, dat de
gemeente zij het niet-officiel in het bestuur van Breda Vooruit
vertegenwoordigd is door enkele ambtenaren, wethouders of raads
leden.
6. De verstrekking van een gemeentelijk subsidie, na afloop van de
eerste 3 jaren, zal mede afhankelijk gesteld worden van de vraag
of aan bovenstaande punten voldaan is.
De heer DE RUITER zou liever zien, dat de benoeming van een
directeur plaats zou vinden in overleg met de Raad in plaats van Bur
gemeester en Wethouders.
De heer VAN OYEN is van mening, dat het in beide gevallen in
grijpen is in de belangen van een vereniging.