19 MEI 1947
619
De VOORZITTER zegt, dat Breda Vooruit uiteindelijk met de direc
teur moet werken. We kunnen daarom geen directeur opdringen. Dat
zal ook het College niet doen. We kunnen wel eens met de Voorzitter
praten. We moeten het particulier initiatief ondersteunen, maar we
moeten het niet uitschakelen. Spr. wil nog opmerken, dat men in Breda
toch al te veel uit wil laten gaan van het gemeentebestuur. In ver
schillende plaatsen is het heel anders. Zo b.v. ook bij de kinderspeel
plaatsen. Spr. heeft verschillende gemeenten bezocht en geconstateerd,
dat het particulier initiatief in dergelijke zaken op de voorgrond stond.
In sommige plaatsen werd het geheel gefinancierd door buurtvereni
gingen. Hier is het altijd het gemeentebestuur, dat initiatieven moet
nemen en voor het geld moet zorgen. Laten we hier Breda Vooruit
eens een kans geven. Haar een stootje geven om te beginnen en daarna
zelf laten werken. Laten we haar vrijlaten in de benoeming van een
directeur. De Voorzitter is het eens met de heer Heer om van tijd tot
tijd eens te praten met het bestuur, maar geen leiding te geven.
De heer HEER hoopt, dat Breda Vooruit in elk geval rekening zal
willen houden met de wensen, welke hij heeft geuit. Hij vindt het ook
niet juist, dat het grootste gedeelte van het bestuur bestaat
uit zakenmensen. Hij zag er liever meer mensen in, zoals b.v. van
Koolwijk.
De VOORZITTER merkt op, dat er meer dergelijke personen in zit
ten, b.v. de Houtvester. Deze zijn ook vertegenwoordigd in de Cul
turele Commissie.
De heer HEER hoopt, dat de verenigingen door hetgeen door de
Voorzitter gezegd wordt, niet zullen worden afgeschrikt om subsidie
aan te vragen.
De VOORZITTER zegt, dat hij slechts heeft willen aantonen, dat het
particulier initiatief hier gering is.
De heer HEER zegt: „Er schijnt hier iets te haperen".
De VOORZITTER merkt op, dat er wel enige kentering schijnt te
komen.
De heer JONGBLOED is van mening, dat men niet gemakkelijk een
behoorlijke kracht zal krijgen voor een salaris van 3600,—. Hij zal
hierdoor een halfslachtige positie gaan innemen.
De VOORZITTER zegt, dat Breda Vooruit zelf het salaris heeft
vastgesteld. Hij stelt zich voor, dat men b.v. een jonggepensionneerde
zal nemen.
De heer SPRANGERS merkt op, dat Breda Vooruit een reglement
heeft en dat daarin de verkiezing van de bestuursleden zeker ook ge
regeld is. Zij zijn toch vrij te kiezen, wie ze willen. Men kan hen niet
dwingen bepaalde personen te nemen.
De VOORZITTER is het daarmede volkomen eens, en wil dan ook
de gevraagde subsidie niet afhankelijk stellen van het overleg.
Hierna wordt het prae-advies van Burgemeester en Wet
houders aangenomen, met dien verstande, dat geen overleg
over de keuze van een directeur behoeft plaats te hebben.