640 11 JUNI 1947 De VOORZITTER wijst erop, dat men bij het bouwen van deze wo ningen niet tot openbebouwing kan overgaan. Er is geen voldoende grond en ook de aanleg van gas en electriciteit en waterleiding zou dan te kostbaar worden. Alles moet zo zuinig mogelijk gebeuren. Als we later normale bebouwing krijgen is er alles voor te zeggen, ook aan fraaie bebouwing de aandacht te besteden. Zo zouden we b.v. straks een plan kunnen maken voor het bebouwen van de Belcrum- polder en met deskundigen eens nader kunnen bezien, hoe aldaar een aardig geheel te krijgen, bij verdere ontwikkeling der stad. De heer SPRANGERS vraagt hoe het zit met het huis en de tuinderij van de heer Sprenkels bij de bouw van de woningen aan de Heuvel straat. De VOORZITTER antwoordt, dat deze gronden thans nog niet be hoeven te worden gebruikt. In het uitbreidingsplan zijn ze als bouw grond bestemd. Later kan worden bezien of hij daarmee zoveel tuin grond verliest, dat elders gronden voor hem moeten worden gezocht. De heer BRINKERHOF brengt dank aan de Voorzitter voor de voort varendheid waarmede hij deze bouwplannen in de Raad heeft gebracht. Hij vindt het echter jammer, dat zo slecht wordt opgeschoten met de aanbesteding van de woningen, waarvoor reeds langer crediet is ver leend. Men ziet dagelijkse aanbestedingen in de krant. Kan hier niet meer spoed worden betracht? Hij is het eens met de heer Van Swol, dat het jammer is, dat de Schoolakker op deze wijze wordt volge bouwd. Maar men moet daarbij niet vergeten, dat de Schoolakker be doeld is geweest als een fraai centrum van de v.m. gemeente Ginnelcen en Bavel. Nu dit niet meer het geval is vindt hij het ook niet zo erg, meer, maar hij kan zich de gevoelens van de heer Van Swol, die even als hij oud raadslid is van de gemeente Ginneken en Bavel levendig voorstellen. De VOORZITTER zegt, het ook jammer te vinden, dat de aanbeste dingen van de 88 woningen nog niet heeft plaats gehad. Dit zal nu spoedig geschieden tegelijk met de andere woningen. Wat de School akker betreft moet Spr. opmerken, dat men aldaar toch nog een flink speelterrein voor de jeugd behoudt en het toch een aardig geheel wordt voor minder financieel draagkrachtigen. De heer BREKELMANS, merkt op, dat bij de goedkeuring voor de bouw van de 88 woningen in de Meidoornstraat de heer Laban destijds reeds opmerkte de stalen ramen met kleine ruiten zo lelijk te vinden. Hoe wordt het bij deze nieuw te bouwen woningen? De VOORZITTER antwoordt, dat er houten ramen zullen komen. De heer DIRVEN sluit zich aan bij de dankwoorden van de heer Brinkerhof aan de Burgemeester gericht voor diens voortvarendheid in deze. I.v.m. de zeer hoge bouwkosten en de verplichte aanbesteding vóór 1 Juli a.s. vraagt hij zich echter af, of de bouwmaterialen be schikbaar zijn en of er geen gevaar is, dat bij lang wachten daarop verandering in de prijzen zal komen. De VOORZITTER zegt, dat deze vrees door Burgemeester en Wet- huoders worden gedeeld. Maar de Minister heeft medegedeeld, dat de materialen aanwezig zijn en dat men ook over voldoende bouwvak arbeiders beschikt, al zijn deze nog niet goed gegroepeerd. Men zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 640