11 JUNI 1947 645 De heer HEER acht een openluchttheater in het centrum van de stad niet juist. Er moet een bepaalde sfeer zijn, welke men daar niet heeft. Spr. acht het geen bezwaar, dat men een flinke wandeling moet maken om het openluchttheater te bereiken. „Den Deyl" is wel wat erg ver weg. Het Montenspark lijkt hem wel beter. De VOORZITTER acht de gewenste sfeer in het Valkenberg juist wel aanwezig; het is een zeer romantische omgeving. Hij stelt voor, dat de Commissie van Beplantingen eens een kijkje gaat nemen. Gaat de Commissie met die plaats accoord, dan wordt bij wijze van proef daar begonnen; mocht het mislukken, dan kan nog altijd de mogelijkheid worden bezien het theater over te brengen naar het Montenspark. De heer MEIJS verklaart geen bezwaar te hebben tegen een proef in het Valkenberg, maar hij onderschrijft de mening van de heer Heer, dat intussen moet worden uitgezien naar een plaats in het Montens park. De VOORZITTER zegt, dat eerst moet worden afgewacht, hoe het in het Valkenberg gaat. Hij vraagt of de heren er bezwaar tegen hebben de Commissie de zaak te laten bekijken en wanneer deze het Valken berg geschikt vindt, dat daar wordt begonnen. Daar niemand hiertegen bezwaar heeft wordt aldus besloten. 16. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot uitnemen van v.m. Veemarktterrein uit het grondbedrijf en inbrenging in Slachthuisbedrijf (Bijlagen 1947, no. 142.) 17. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de beheersverordening van het Slachthuisbedrijf in die van Slachthuis- en Veemarktbedrijf. (Bijlagen 1947, no. 143.) Deze voorstellen worden zonder bespreking aangenomen. 18. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening op de heffing van rechten voor het openbaar Slachthuis. (Bijlagen 1947, no. 151.) De heer VAN DER EEDEN acht het niet juist, dat het keurloon voor een varken ook is verhoogd. Dit keurloon staat nu gelijk met dat voor een kalf. Vele arbeiders hebben een varken en zien toch al op tegen het betalen van keurloon. Spr. stelt daarom voor het keurloon van een kalf zoals voorgesteld van 3.— op 3.75 te brengen, maar dat van een varken 3.te laten. Wethouder VAN HAPEREN merkt op, dat deze kwestie reeds zeer lang hangende is. Reeds 3 jaar geleden is men met het voorstel geko men. In verband met het nadelig saldo van het Openbaar Slachthuis; dat ging toen te ver. Ook tegen dit voorstel zijn wel bezwaren aan te voeren, maar er is nu eenmaal een tekort en dat moet worden gedekt. Dit kan geschieden door de keurlonen met 25°/o te verhogen. Ook de kosten zijn naar evenredigheid gestegen. We zijn nu nog niet aan de hoge kant. De heer v. d. EENDEN vindt het niet juist, dat het tarief voor een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 645