11 JUNI 1947
649
De VOORZITTER zal opheldering vragen over deze gang van zaken,
maar verzoekt thans gunstig op het verzoek te beslissen.
Hiertoe wordt besloten.
Vervolgens deelt de VOORZITTER mede, dat bericht is ontvangen
van de heer Heer, dat hij ontslag neemt als raadslid wegens vertrek
naar Zuid-Afrika.
De VOORZITTER drukt zijn spijt uit over het weggaan van de heer
Heer. Hij wenst hem geluk met zijn besluit en zegt overtuigd te zijn,
dat de heer Heer met zijn energie in staat zal zijn zich daar een beter
bestaan te verzekeren. Spr. vindt het een gelukkig verschijnsel, dat er
goede Nederlanders zijn die naar de vreemde trekken. Zij vertegen
woordigen daar het vaderland met ere. Hij heeft altijd aangenaam
samengewerkt met de heer Heer. Hij was het niet altijd met hem eens,
maar steeds deed het optreden van de heer Heer prettig aan. Hij wenst
hem van harte succes toe.
De heer MEIJS kan volkomen onderschrijven wat de Voorzitter heeft
gezegd. Hij heeft dikwijls tegenover de heer Hter gestaan, maar hij
heeft in hem steeds een strijder gevonden met open visier. Hij hoopt
dat het hem in Zuid-Afrika goed zal gaan, en dat hij, wanneer hij zijn
schaapjes op het droge heeft, zich weer in Breda zal vestigen.
De heer SPRANGERS zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter! Als oudste lid in jaren mag ik niet nalaten
de heer Heer mijn aller beste wenschen aan te bieden, nu zijn ver.rek
naar Zuid Afrika een feit is geworden.
Wij allen hebben de heer Heer hier in deze zaal, meer van nabij
leeren kennen en waarderen als iemand met een grote werkkracht, een
helder doorzicht en een niet te ontmoedigen doorzettingsvermogen.
Velen zullen aangename herinneringen aan hem bewaren, omdat men
overtuigd is, dat hij de belangen der gemeente met alle te zijnen dienste
staande krachten steeds heeft voorgestaan en naar beste weten heeft
bevorderd.
Mijnheer Heer het gaat U en Uw gezin in het verre Afrika wel.
De heer JONGBLOED wil als voorzitter van de partij van de Arbeid
nog een enkel woord ten afscheid aan het gesprokene toevoegen. Spr.
heeft zijn advies altijd op hoge prijs gesteld. Hij heeft de belangen van
de partij verdedigd op een wijze welke zijn goedkeuring konden weg
dragen. Hij was niet alleen een goed partijgenoot maar een goed burger
van Breda en een goed Nederlander, wat vooral in de bezetting tot
uiting is gekomen. Hij kan de heer Heer de verzekering geven, dat de
beginselen der partij op dezelfde wijze zullen worden uitgedragen,
waardoor op de duur zijn vertrek geen verlies behoeft te wezen. Overi
gens sluit hij zich aan bij de woorden van de Voorzitter.
De heer HEER dankt zeer hartelijk voor deze woorden. Spr. is reeds
sinds 1933 lid van de Raad. Hij heeft er heel wat zien komen en gaan.
Het vertrek uit Breda zal hem niet gemakkelijk vallen. Hij is er van
overtuigd hier veel achter te laten wat hem lief is geworden. Er waren
meningsverschillen, het ging er soms hard naar toe. Hij is blij nu te
horen, dat men hem ondanks dat heeft kunnen waarderen. De ontwik
keling na de oorlog is hem tegengevallen. In oorlogstijd kreeg men de