16 JULI 1947 659 het adres van de Bredase bevolking, dat hier gevaar wordt geducht voor handelingen, die in het openbaar bedreven, inderdaad onzedelijk zijn te noemen, doch die elders niet of slechts bij hoge uitzondering voorkomen. Men zegt, aldus de heer van Gils, dat de gewoonte hiertegen hardt, maar hij ontkent dit en meent, dat de personen die in een gemengde badplaats zichzelf blijven, afgestomt zijn wat betreft hun zedelijk gevoel en hun sexueel instinct en koppelt daaraan vast de schrikba rende sexuële verwording, de tal van ontredderde huwelijken en de gruwelijke omvang van de geslachtsziekten. M. d. V. Hetgeen wij van de heer van Gils te horen hebben gekre gen en de lezers van het officiële raadsverslag te lezen hebben ge kregen, is niet alleen bombast, maar ook onwaar, en het beste be wijs daarvoor is, dat de zedenmisdrijven en alles wat daarmede ver band houdt, in die streken waar wel gemengd wordt gezwommen en gezonnebaad niet talrijker zijn dan in streken waar dit niet geoorloofd is. Een belangrijk aantal Bredanaars, wier beurs dit toeliet en ik ver onderstel dat daaronder ook raadsleden zijn geweest, die thans zo. hui verig zijn voor gemengd zwemmen, gingen vóór de oorlog hun va- cantie doorbrengen aan ons prachtige Noordzeestrand in Holland en meer nog in België; in de toekomst zal dit stellig weer het geval zijn; zij zullen daar evenals weleer weer en familie en in kennissenkring en ook wel met vreemden gemengd gaan zwemmen en zonnebaden, de heer van Gils ten spijt. Heeft men daar ooit te Breda de terugslag van ondervonden? In genen dele. Die gezinnen hebben daar nieuwe krachten geput voor de na de vacantie wachtende arbeid en zijn ge zonder, physiek, maar ook moreel, terug gekomen. Waarom dan die gelegenheid te onthouden aan dat grote deel der bevolking, dat zich de weelde van een vacantie aan het strand niet kan veroorloven? Ik heb onlangs een middag doorgebracht in het alom bekende natuurbad Boekelo en onwillekeurig heb ik gedacht: zoiets mist Breda en omge ving. Ik heb genoten in de kunstmatige golfslag van dit bad en het heeft mij gesterkt in de overtuiging, dat daar inderdaad, gelijk de Belgische minister heeft gezegd, een gezonde en hygiënische ontspan ning viel waar te nemen, zonder excessen. De Leemputten zouden voor een dergelijk natuurbad evenzo geschikt zijn en als de heer van Gils beweert, dat men hier een dergelijk centrum van vacantiegenoe- gens niet weert uit preutsheid, dan wil ik hem daarvoor wel een an dere betiteling geven en deze is achterlijkheid en bekrompenheid. Wij staan, zo riep de heer van Gils met pathos uit, met beide benen op de grond. M. d. V. ik ook, maar buiten het zwembad, daar binnen slaan de beide benen met wijde slagen in het verfrissende water en als de heer van Gils dit niet kan of er niet tegen kan, dan moet hij de gelegenheid daartoe op gezochte motieven daarom nog niet aan anderen onthouden. Hij is een vurig E.H.B.O.-er en getuigt daardoor van menslievendheid en het valt me daarom dubbel tegen dat hij de zwemkunst niet propageert maar belemmert, want dit doet hij, omdat er van het onderhouden van de zwemkunst hier weinig terecht komt, zolang dit niet en familie mag plaatsvinden. In 't artikel van de To renwachter in de Bredasche Courant van 12 Juli wordt terecht aan dacht gevraagd voor het feit dat vacantiegangers perplex staan wan neer zij in Breda tot de ontdekking komen, dat in onze natuurbaden de familie gescheiden wordt. M. d. V. Ik zou naar aanleiding van het gesprokene door de heer van Gils nog geruime tijd van Uw aandacht kunnen vragen, maar ik heb over het onderhavige onderwerp nog zoveel meer op mijn hart, dat ik dit gedeelte thans verder laat voor wat het is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 659