16 JULI 1947
663
in dit geval een katholieke, aan een vrij belangrijke minderheid haar
wil oplegt, zonder enige consideratie voor de denkbeelden van deze
minderheid. Het daarbij aangevoerde motief, dat deze minderheid zo
nodig tegen zichzelf beschermd dient te worden, moet ik vanzelfspre
kend beslist verwerpen, daar dit motief in geen enkel opzicht steek
houdend is. Het onkerkelijke en meer progressief denkende deel van
de bevolking van onze stad heeft deze bescherming niet van node,
temeer daar in tegenstelling tot de vaak van kerkelijke zijde gepo
neerde stelling, dat onkerkelijkheid, onzedelijkheid, misdadigheid e.d.
in de hand zou werken, van alle grond ontbloot is.
Ik heb de moeite genomen ter staving van het voorgaande enig do
cumentatiemateriaal te verzamelen en wel het volgende:
De bestaande statistieken bewijzen, dat op de Zuidhollandse eilanden,
waar de bevolking zeer orthodox-kerkelijk is en waar men op Zon
dag niet aan sport mag doen of zelfs niet mag fietsen of zich op een
of andere wijze vermaken, o.a. de cijfers voor openbare schennis dei-
eerbaarheid door minderjarigen veel hoger zijn dan in andere streken
van ons land ende meeste processen-verbaal vielen er op
Zondag.
Aan een artikel in „Reclassering" van 15 October 1939 over de cri
minaliteit in het jaar 1937, komen de volgende zeer interessante ge
gevens voor, welke zijn ontleend aan de jaarlijkse publicatie van het
Centraal Bureau voor de Statistiek betreffende de loop en de stand der
misdadigheid. Deze statistiek bevat enige cijfers over de verdeling
der veroordeelden naar godsdienst.
Per 100.000 inwoners kwamen de volgende veroordelingen voor:
Jaar
Protest.
Katholiek
Israel.
Geen kerkgen.
1905
287,9
353,6
176,2
178,7
1910
287
346,5
229,8
82,9
1915
245,6
356,4
199,4
133,7
1919
438,8
477,4
431,8
152
1931
253,4
289,7
280,9
163,2
1935
269,8
328,5
369,9
258,5
Hieruit (in verband met andere gegevens) blijkt, dat de criminali
teit der Protestanten altijd ongeveer overeenkomt met het rijksgemid
delde, die der Katholieken daarboven ligt en die der onkerkelijken
vrij belangrijk daarbeneden.
In 1937 was het rijksgemiddelde voor zedenmisdrijven, eveneens per
100.000 inwoners 16,9. Het hoogste cijfer gold voor de provincie Lim
burg (24) en het laagste voor Zeeland (9,8).
Voor alle misdaden tezamen werden in 1937 in het hele land ge
middeld 248 personen per 100.000 inwoners veroordeeld. Voor de pro
vincie Friesland was dit gemiddeld 151,5 en voor Limburg 332,7, dus
meer dan tweemaal zo hoog.
Deze cijfers vinden bevestiging in het boek van Prof. Mr W. Bon-
ger „Geloof en misdaad" waaraan ik nog enige gegevens ontleen.
Veroordeelden per 100.000 inwoners.
Gemiddeld voor Nederland over de jaren 1901-1909.
Misdrijf
Prot.
Kath.
Israel.
Geen kerk
Totaal
Alle misdrijven (totaalcijfers)
308,6
416,5
212,7
84,2
337,3
Openbare schennis der
eerbaarheid
1,2
3,4
2.0
0,5
2,4
Aanranding
1,2
1,0
0.3
0,2
1,0