672
16 JULI 1947
8. Voorstel tot het benoemen van een regent van het R.K. Gesticht
voor Oude Vrouwen (bijlagen 1947, no. 176).
De heer LAUREY verzoekt aan het College van Regenten te willen
vragen bij een volgende vacature ook eens een vrouw voor te stellen.
De VOORZITTER zegt dit te zullen vragen.
Hierna wordt overgegaan tot stemming, waarbij 29 stemmen
worden uitgebracht op de heer Ingen Housz, 4 op de heer Wee-
bers en 1 stem van onwaarde is.
9. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van
een besluit tot voorlopige goedkeuring van het uitgewerkte plan tot
onteigening van gronden ter verwezenlijking van het uitbreidingsplan
Liniestraat e.o. (bijlagen 1947, no. 182).
10. Voorstel van Burgemeester en Wethouders, tot aankoop van
gronden t.b.v. de bouw van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (bijlagen
1947, no. 172).
11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van
gronden in het uitbreidingsplan Heuvelstraat e.o. (bijlagen 1947, no. 171).
Deze voorstellen worden zonder bespreking aangenomen.
12. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van een
nabij de Strijenlaan gelegen terrein aan de firma Jos. A. van Dijk
(bijlagen 1947, no. 169).
De heer DE RUITER merkt op, dat punt 13 beter eerst behandeld
kan worden.
De VOORZITTER is het hiermede eens en stelt voor daarbij ook
punt 19 te behandelen, dat hiermede eveneens verband houdt.
13. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van
een plan tot wijziging van het uitbreidingsplan der v.m. gemeente Gin-
neken en Bavel en van de daarbij behorende bebouwingsvoorschriften
(bijlagen 1947, no. 160).
19. Voorstel tot aankoop en verkoop van percelen grond resp. in de
Walstraat en in de Strijenlaan i.v.m. oprichting huishoudschool (bij
lagen 1947, no. 167).
De heer VAN O YEN wil er zich niet tegen verzetten, dat het uit
breidingsplan zodanig wordt gewijzigd, dat vestiging van klein-indus-
trie mogelijk is, maar hij zou toch gaarne zien dat een gedeelte werd
bestemd als speelterrein voor de jeugd uit de omgeving.
De VOORZITTER merkt op, dat het niet prettig zal zijn voor de om
wonenden.
De heer VAN OYEN zegt, dat zulks ook niet het geval is voor de
uitbreiding van de klein-industrie.
De VOORZITTER merkt op, dat het te kostbaar is heel het midden-