16 JULI 1947 679 RONDVRAAG. De heer BRINKERHOF deelt mede dezer dagen te hebben ontdekt, dat een grote houten loods is gebouwd achter het pand Ginnekenweg 46. Deze past daar niet. Het is een lelijk gezicht voor de omwonenden en het brandgevaar is groot Spr. begrijpt niet, dat men daartoe ver gunning heeft kunnen verlenen. Een klein hutje, dat dient tot het op bergen van brandhout, in gebruik bij een arbeider, wonende in de Werfstraat, wordt door O.W. afgebroken, omdat men zonder vergun ning heeft gebouwd en voor een dergelijke loods geeft men vergunning. De VOORZITTER zal het doen nagaan. De heer VAN BIJNEN wijst op de noodwoningen in de Ploegstraat nabij het Baronieterrein. Deze waren in het begin van dit jaar bijna gereed en zijn thans nog niet opgeleverd. De VOORZITTER zegt, dat men nog wacht op materialen, teneinde de woningen te kunnen afwerken. Er wordt voortdurend achterheen gezeten. De heer VAN SWOL wijst er op, dat het voor jonggehuwden practisch onmogelijk is woonruimte toegewezen te krijgen. Ze moeten zelf zoe ken, maar er wordt niet voor gevorderd. De eigenaars weten dit en hebben zodoende vrij spel. De VOORZITTER antwoordt, dat men ook gaarne deze categorie van personen zal helpen, maar er zijn ongeveer 700 nieuwe paren per jaar. Het is niet mogelijk deze te helpen bij het zoeken naar woon ruimte. Zij moeten trachten bij ouders of familieleden inwoning te krijgen of elders, waar men geen ruimte heeft voor een groter gezin. De heer VAN SWOL zegt het oog te hebben op die huizen, waar geen ruimte is voor een groter gezin. Die blijven juist buiten schot. De VOORZITTER zegt, dat de Woningnoodcommissie ook die huizen 'bekijkt om oudere echtparen onder te brengen. Zijn die geholpen, dan komen de jonggehuwden aan de beurt. Spr. vindt het ook erg deze mensen niet beter te kunnen helpen, maar wil de zaak nog eens be zien. De heer VAN ARENDONK wijst op de half uitgebrande woningen in de Leeuwerikstraat 80 en 82. Hij vraagt, of restauratie niet mogelijk is. Wat er nog staat, wordt stelselmatig afgebroken. Is restauratie niet mogelijk, dan verzoekt hij de ruimte af te planken terwille van de zedelijkheid. De VOORZITTER zegt, dat deze zaak al eens meer is bekeken. Het zou practisch op nieuwbouw neerkomen. Hij zal O.W. vragen of her stel mogelijk is en anders verzoeken de ruimte af te planken. De heer DIRVEN wijst op het leegstaan van de noodwoningen in de St. Maartenstraat, welke ook gereed zijn. De VOORZITTER zal dit doen nagaan. De heer DIRVEN vraagt, hoe het zit met de aansluiting op de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 679