21 Augustus 1947 691 De heer LAUREY vindt de bezwaren van adressanten begrijpelijk, maar men is er drie maanden te laat mee- De VOORZITTER zegt, dat practisch alle grond, waarop wordt ge bouwd, van de gemeente is. Alleen de heren v. d. Reijt en Loomans kunnen er persoonlijk schade bij hebben. De heer Van GOOL zegt, dat het toch mogelijk is, het uitbreidings plan te wijzigen- De heer JONGBLOED stelt de vraag, of de te bouwen woningen op de duur door arbeiders zullen blijven bewoond. Anders loopt men ge vaar, dat er minder soort mensen zullen komen wonen- De VOORZITTER zegt, dat de te bouwen huizen aan de eis zullen voldoen. Ze worden alleen niet geheel afgebouwd. Dat zal later ge schieden. Het zijn dan zeer behoorlijke woningen. De heer VAN OOSTERHOUT wijst erop, dat, wanneer men de bouw plannen van de Schoolakker goed beziet, men ontdekt, dat er geen lintbebouwing plaats heeft- De woningen worden in groepen van 6 en 7 gebouwd. De heer VAN SWOL zegt, dat in ieder geval het uitbreidingsplan had dienen te worden gewijzigd en het ontwerp daarvoor ter visie had moeten worden gelegd- De VOORZITTER zegt, dat zulks niet mogelijk was. Het bouwplan moest snel worden afgewerkt. We kunnen dit bouwplan niet meer gaan veranderen. Mogelijk zal aan adressanten schadevergoeding moeten worden betaald, maar dat zal de Rechter moeten uitmaken. De heer VAN SWOL merkt op, dat men terreinen achter de Kerkhof- weg zou kunnen onteigenen- De VOORZITTER zegt er reeds op gewezen te hebben, dat de eis wordt gesteld, dat eerst alle beschikbare terreinen moeten worden gebruikt. De heer VAN SWOL zegt, dat toch de wet moet worden nageleefd- De VOORZITTER zegt, dat bijna alle grond, die wordt bebouwd, van de gemeente is, zodat bijna niemand benadeeld wordt. De heer VAN SWOL wijst op het stedebouwkundige plan van Ir. Siebers, wat zeer mooi was, maar waaraan de gemeente Breda niet wilde meewerken. De VOORZITTER merkt op, dat het uitbreidingsplan van Breda en Ginneken niet in elkaar pasten. Ginneken bekeek het van haar stand punt, terwijl Breda meer het grote verband zag- De heer DE RUITER wijst erop, dat het nodig is, om dergelijke 'moei lijkheden in de toekomst te voorkomen, zo snel mogelijk met het grote uitbreidingsplan te komen. De VOORZITTER zegt, dat het binnenkort aan de Raad zal worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 691