11 SEPTEMBER 1947
707
Wethouder STRUYCKEN zegt, dat er ook geen bezwaar tegen is om
aan te geven, hoe men aan de voordracht gekomen is. Wil men over
deze zaak eens een principiële uitspraak laten doen, dan is daartegen
geen bezwaar.
Hierna wordt tot stemming overgegaan, waarbij worden uit
gebracht 31 stemmen, waarvan 18 op Ir. P. Edie en 13 op Ir.
G. H. Berenschot, zodat Ir. P. Edie benoemd is.
6. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het instellen van
een commissie als bedoeld in art. 7 van de Woonruimte-wet 1947 (Bij
lagen 1947, no. 211).
De VOORZITTER deelt mede, dat gebleken is, dat de heer Jacobs
nog niet alhier woonachtig is, zodat in zijn plaats wordt voorgedragen
de heer C. van den Eeden en dat de voorletters van Mevr. EsserEsser
zijn W. M. A.
De heer TEN HOLDER merkt op, dat deze commissie alleen optreedt
in geval van vordering. Hij vraagt, of het niet wenselijk zou zijn toch
nog een commissie in het leven te roepen, waarin vertegenwoordigers
zitten van verschillende bevolkingsgroepen, welke ook adviseert inzake
toewijzing woonruimte.
De VOORZITTER merkt op, dat zulks veel te ingewikkeld zou wor
den. Het gaat er juist om de zaak vlotter te laten lopen. Bovendien
treedt de te benoemen commissie op in alle gevallen, waarin geen
overeenstemming is bereikt. In de overige gevallen is medewerking
verkregen. Men heeft dan geen behoefte aan een commissie. Het wordt
nu zo, dat Burgemeester en Wethouders de uitvoering hebben van de
Woonruimtewet; hun staat daartoe ten dienste een woningnoodbureau
met een directeur, terwijl het de bedoeling is de heer Kroone aan ie
wijzen als vertrouwensman tussen Burgemeester en Wethouders en dit
bureau.
De heer TEN HOLDER zegt, dat op deze wijze de belangen wel wor
den behartigd van degenen, van wie woonruimte gevraagd wordt, maar
hoe zal het gaan met de belangen van hen, die woonruimte zoeken.
De VOORZITTER antwoordt, dat door reorganisatie van het betrok
ken bureau alles veel vlotter zal gaan lopen. Er wordt nu een kaart
systeem bijgehouden van de beschikbare woonruimten en één van de
aanvragers, ingericht naar urgentie. Straks zal aan de Raad nog een
voorstel worden gedaan om een verordening in het leven roepen, welke
regels stelt voor het verstrekken van woonruimte.
De heer TEN HOLDER acht het het beste, om maar eens af te wach
ten, hoe het lopen zal.
De heer JONGBLOED is ervan overtuigd, dat het een moeilijke kwes
tie zal blijven, maar hij is toch blij te horen, dat thans een ervaren
ambtenaar de leiding heeft gekregen. Het zal nu wel vlotter gaan
lopen. Het moet toch niet meer voorkomen, dat op één dag 2 contro
leurs hetzelfde huis komen opnemen, zoals heden nog is geschied. Ook
in de toekomst zai het wel zo blijven, dat er mensen ontevreden zijn
over de behandeling bij het woningnoodbureau; bij wie kunnen deze nu
terecht om eens te gaan praten, als het niet over vorderingen gaat.