11 SEPTEMBER 1947
713
De VOORZITTER merkt op, dat dit niet zo'n groot bezwaar is. Bin
nen 3 jaar is het ingelopen.
Wethouder VAN HOUTEN zegt liever een geldlening te hebben afge
lost, welke al een paar honderd jaar loopt, maar dit niet tegen 3°/o te
kunnen doen, 2'/2°/o zou gaan.
Hierna wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
Daarna gaat de VOORZITTER over tot beantwoording van in vroege
re vergaderingen gestelde vragen.
1. Klacht betreffende de varkensloop bij de boerderij Valkenierslaan
206.
In verband met de reeds eerder ingekomen klacht is destijds door de
dienst van Openbare Werken met de eigenaar, de heer van Miert, over
leg gepleegd, hetgeen tot resultaat heeft gehad, dat de eigenaar
toezegde, dat de open ruimte tussen het trottoir en de varkensstal
niet meer als varkens-loop zal worden gebruikt. Aan deze toezegging
heeft de heer van Miert zich gehouden tot begin Juni van dit jaar,
doch sindsdien is de varkensloop weer in gebruik genomen, omdat hem
geen andere mogelijkheid zou overblijven om zijn bedrijf uit te oefenen.
Een afdoende oplossing zou zijn het bedrijf uit die omgeving te doen
verdwijnen. De gehele boerderij maakt een zeer vervallen indruk en
zou moeten worden hersteld. De nodige middelen daartoe zouden ont
breken. De eigenaar is al eens gepolst, of hij de boerderij aan de ge
meente zou willen verkopen. Voorshands is hij daartoe niet bereid en
een dergelijke transactie zou ook zeer kostbaar zijn. Het is niet moge
lijk het hebben van een varkensloop langs de weg te verbieden, aange
zien dit gelijk zou staan met een verbod tot uitoefening van het be
drijf. Vergeten mag niet worden, dat de boerderij stamt uit de tijd, dat
de Valkenierslaan nog een landweg was. Voorlopig is geen andere op
lossing mogelijk dan door overleg met van Miert te trachten de toestand
voor de omgeving zo dragelijk mogelijk te maken.
De heer BRINKERHOF wijst erop, dat de toestand thans ondraaglijk
is.
De VOORZITTER zegt de Inspecteur van de Volksgezondheid te zul
len verzoeken eens te gaan kijken.
2. Klacht over de geringe breedte op sommige plaatsen van de
trottoirs aan de Teteringsedijk.
Het is in verband met het voetgangersverkeer gewenst het gehele
trottoir vanaf de Tilburgseweg tot de Hoge Steenweg te herzien. Aan
gezien het onderwerpelijke weggedeelte in beheer en onderhoud bij het
Rijk is, dient door de Rijkswaterstaat goedkeuring te worden verleend
voor de uitvoering van deze werkzaamheden. In de Teteringsedijk dient
een nieuwe riolering te worden gelegd. Einde 1947 zal het plan daar
toe kunnen worden voorgelegd. Bij de t.z.t. te voeren besprekingen met
de Rijkswaterstaat betr. de plaats van de te leggen riolering zal even
eens aan de verbetering van de trottoirs aandacht worden besteed.
3. Verzoek om het uitbreidingsplan toe te lichten voor het publiek.
Hoewel het nut ervan wordt ingezien, is het niet mogelijk voorlopig