15 OCTOBER 1947
725
schrift van het bestuur der R.K. Lagere Jongensschool aan de Leuve
naarstraat om medewerking ex art. 72 der L.O.wet 1920 (Bijlagen 1947,
no. 221).
13. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op verzoekschrif
ten van een aantal schoolbesturen om medewerking ex art. 72 der L.O.
wet 1920, in verband met geleden oorlogs- of bezettingsschade (Bij
lagen 1920, no. 222).
14. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de
voorwaarden voor levering van water uit de waterleiding der gemeente
(Bijlagen 1947, no. 216).
AI deze voorstellen worden zonder bespreking aangenomen.
15. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van
de toelagen voor de Directeur van het Woningnoodbureau (Bijlagen
1947, no. 219).
De heer SPRANGERS vraagt of deze functie de gehele persoon vor
dert, en of de heer Cruijsen op het bureau Bevolking gemist kan
worden.
De VOORZITTER antwoordt dat deze aanstelling tijdelijk is en dat
de opengevallen plaats wacht op hergroepering der ambtenaren. De
heer Cruijsen blijft ambtenaar ter secretarie, zoals dit ook het geval is
met de Directeur van de Distributiedienst.
De heer SPRANGERS zegt deze vraag te hebben gesteld daar ook
vroeger al eens geinformeerd is naar het bekleden van nevenfuncties
door ambtenaren, naar hij meent door de heer de Ruijter.
De heer RUIJTER merkt op, dat hij meer bedoeld heeft een specifica
tie van de salarissen van de verschillende ambtenaren.
De heer SPRANGERS zegt toch nog gaarne te willen weten of de
heer Cruijssen nog andere functies bekleedt.
De VOORZITTER zegt dat hij mogelijk nog ambtenaar van de Bur
gerlijke Stand is. Hij zal het nog nader doen onderzoeken.
De heer MEIJS mist in het voorstel het bedrag van het salaris van de
heer Cruijsen dat hij tot nu toe verdient.
De VOORZITTER zegt dat dit zonder de toelagen ongeveer 3600,—
zal zijn en met de toelagen ongeveer 4600,
De heer VAN SWOL zou dit voorstel liever willen aanhouden tot de
behandeling van de begroting, wanneer heel de woningnoodkwestie
aan de orde zal komen. Er komt dan mogelijk een zodanige wijziging
dat dit voorstel zou kunnen vervallen.
De VOORZITTER ziet er geen bezwaar in dit voorstel thans aan te
nemen, het staat de Raad altijd vrij het dan nog te wijzigen.
Hierna wordt het voorstel aangenomen.