738
27 OCTOBER 1947
De heer DIRVEN zegt de kwestie met het hoofd der echoot te hebben
besproken- Deze zag geen bezwaar als de kinderen behoorlijk werden
voorgelicht-
De VOORZITTER zegt dat dit verkeersprobleem niet eenvoudig is op
te lossen. Niet ieders plan kan tot uitvoer worden gebracht- De zaak is
in handen van de verkeerspolitie en men zal even geduld moeten
hebben-
Hierna wordt het voorstel aangenomen.
4. Schrijven van Burgemeester en Wethouders daarbij ter vaststel
ling aanbiedende het ontwerp-gemeente-begroting voor het dienstjaar
1948 met de daarbij behorende ontwerp-begrotingen van diverse instel
lingen en takken van dienst, welke afzonderlijk worden beheerd (bij
lagen 1947, no. 247), alsmede het centraal rapport van het afdelings-
onderzoek in de raad en de memorie van antwoord van Burgemeester
en Wethouders en eerste wijziging van de gemeente-begroting 1948 met
memorie van toelichting.
De VOORZITTER opent de algemene beschouwingen.
De heer MEIJS zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter, mag ik deze algemene beschouwing aanvan
gen met dank te brengen aan Uw College en het Gemeente Personeel
voor al hetgeen deze in het afgelopen jaar in het belang der Gemeente
hebben verricht-
Dit dankwoord moet niet worden beschouwd als de voortzetting van
een traditie ook niet als een zogenaamd hoffelijk gebaar al zou ik tegen
deze laatste betiteling minder bezwaar hebben, doch ik wens deze te
beschouwen als de uitkering van een verdiend tantième zij het dan dat
dit slechts een morele strekking heeft-
Wanneer by deze algemene beschouwingen onze aandacht wordt ge
vraagd voor urgente werken dan dient onze belangstelling allereerst
uit te gaan naar het vraagstuk van de Woningbouw.
Het stemt ons tot verheugenis te weten dat Uw College geen mid
delen onbeproefd laat om in het woning tekort, dat in onze Gemeente
naar verhouding zeer groot is, zo spoedig mogelijk verbetering te
brengen.
Met ons medelid Dr. Verhaak ben ik mij onlangs op de hoogte gaan
stellen van de aard en ligging der in aanbouw zijnde complexen van
woningen, daar het ons voorkwam dat het zijn nut heeft zich ter plaat
se te overtuigen wat er in dit opzicht gedaan wordt en tevens te kun
nen vaststellen of de gebouwde en te bouwen huizen wel voldoen aan
de minimum daaraan te stellen eisen.
De bijna gereed zijnde woningen in de Meidoornstraat konden uit
aesthetisch oogpunt bezien zeker onze goedkeuring wegdragen. Ook
architectonisch zijn deze woningen voortreffelijk- Misschien is hier en
daar wel wat te veel aan practische ruimte opgeofferd moeten worden
teneinde de architectonische lijnen hun spel ten volle te laten spelen-
Andere woningen konden wegens gemis aan behoorlijke kelders of
kelderkasten minder onze goedkeuring wegdragen en daarbij moeten
ook gerekend worden die woningen waarbij de keuken is geprojecteerd
aan de straatzijde.
Het is ons ook opgevallen dat de straten in het boomenkwartier geen
bomen hebben. Het verdient naar mijne mening aanbeveling om die
straten van bomen te voorzien en indien mogelijk, naar het idee van