524
17 JANUARI 1947
De heer DE RUITER heeft niet de gelegenheid gehad zich behoorlijk
van dit voorstel op de hoogte te stellen. Het komt hem echter voor, dat
de werklieden er slecht afkomen. Spr. vraagt, of het niet op den weg
der gemeente ligt daartegen bij de Regeering te protesteeren en andere
gemeenten te verzoeken daaraan adhaesie te betuigen.
De VOORZITTER verklaart, dat de zaak deze is, 'dat de Regeering
niet wil, dat de gemeentewerklieden boven het loonpeil van de rijks
werklieden uitgaan.
De heer DE RUITER merkt op, dat de basisloonen van het Rijk te
laag zijn. Men moet er dan voor gaan werken om die loonen op te
voeren.
De VOORZITTER zegt, dat dit een zaak van de rijkswerklieden zelf
is.
De heer DE RUITER heeft gezien, dat de pensioensgrondslag dezelfde
blijft. Dit heeft tot gevolg, dat als men nu gepensionneerd wordt, men
een enorme klap krijgt. Spr. vraagt, of het niet mogelijk is dit te
ondervangen.
De VOORZITTER zegt, dat zooiets altijd voorkomt in overgangstijd.
De heer DE RUITER vraagt, of daar niets aan te doen is.
De VOORZITTER: Wij zullen er de aandacht op vestigen.
Wethouder ROMSOM merkt op, dat dit ook wel de aandacht zal
hebben van de vakorganisaties; men zal aandringen op terugwerken
de kracht.
Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel
van B. en W. besloten.
26. Voorstel van B.en W. tot wijziging van artikel 17 van het
Ambtenarenreglement (bijlagen 1947, no. 2).
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking hebbende,
wordt dienovereenkomstig besloten.
27. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van verordeningen op
de heffing van schoolgeld voor de Ambachtsschool en de Avond
school voor Ambachtslieden (bijlagen 1947, no. 9).
Zonder eenige bedenkingen wordt dienovereenkomstig be
sloten.
28. Prae-advies van B. en W. op de motie van het raadslid J. A
Meijs betreffende de toelating van de jeugd tot bioscoopvoorstellin
gen (bijlagen 1947, no. 16).
De heer MEIJS stelt het ten zeerste op prijs, dat er aandacht is ge
wijd aan zijn motie. Spr. wil vertrouwen, dat de cultureele commissie