27 October 1947 755 De heer VAN EGERAAT wil op de eerste plaats nog iets toevoegen aan hetgeen de heer Schflen heeft gezegd over het behoud van tuin gronden. Hij zou wel de raad willen geven met deze gronden zeer spaarzaam te zijn- Men rekent dat 25°/o van de oppervlakte voor het bouwen van woningen mag worden gebruikt. Breda heeft thans een oppervlakte van 4400 h-a- waarvan 1300 h-a. met woningen zijn be bouwd. Straks zal Breda uitgroeier tot een stad van 125.000 inwoners. Op de tweede plaats wil spreker nog iets zeggen over het onderwijs. Ook in Breda zijn veel onbevoegden werkzaam bij het onderwijs- Spr- acht het een gevolg van de lage salariëring- De gemeente kan er niet veel aan doen. Spreker vindt het een merkwaardige situatie dat nie mand de lichamelijke verzorging van zijn kinderen aan een niet-medicus zal toevertrouwen, de geestelijke verzorging wordt echter wel toever trouwd aan onbevoegden. Hij zou bij hogere instanties op betere sala riëring willen aandringen. Vervolgens wil spreker nog iets zeggen over de salariëring van het gemeente-personeel. Spreker heeft gezien dat aan aan een arbeider van gemeente-beplantingen met een gezin van 4 kinderen een loon wordt uitbetaald van 3000,— per jaar- Dit loon is niettoereikend voor het levensonderhoud van een gezin en du-s in strijd met de Katholieke be ginselen- Spreker wil hier niet gaan pleiten voor een nieuwe loon- ronde, hij zou willen aandringen op prijsverlaging- Ook de gemeente kan hieraan medewerken, zij het dan op bescheiden schaal, zoals bij tarieven van gas- en waterleiding, stadsbussen enz. Verder wil spreker nog iets zeggen over industrialisatie. Spreker heeft de indruk dat Burgemeester en Wethouders daar niet zo veel voor voelen. Over het algemeen wordt Nederland ten onrechte aangeduid als een agrarisch land. Dat is onjuist- Percentsgewijze kan Nederland qua industrie wedijveren met de andere Europese landen- Zo wordt het slechts met l°/o overtroffen door Engeland, België en Duitsland- De laatste tijd wordt veel werk gemaakt van gedecentrali seerde industrialisatie. In Breda is slechts 14% van heel de bevolking werkzaam in de industrie. Gelijksoortige steden zoals Maastricht en Amersfoort geven het percentage van resp. 22°/o en 20%. Nu kan men wel opmerken dat er thans een tekort is aan arbeidskrachten, maar straks zal er vermoedelijk weer een overschot ontstaan. Van uit het Noorden worden reeds pogingen aangewend om naar het Zuiden af te zakken- Daarom moeten hier plannen gemaakt worden- Uit de omge ving van Breda kunnen nog wel arbeidskrachten worden getrokken. Het platteland heeft nog wel een tekort aan landarbeiders, maar daar naast staat het probleem van de boerenzoons, die elders werk zullen moeten zoeken daar vele niet meer op een eigen bedrijf gezet kunnen worden. Er wordt wel beweerd dat industrialisatie niet altijd voordelen voor de gemeente oplevert- Dit is inderdaad zo, maar slecht voor- die gemeenten die eenzijdig georienteerd zijn op het gebied van industrie (b.v- Velsen en IJmuiden)- Er zijn ook plaatsen die er hun opkomst aan te danken hebben zoals b-v. Heerlen. Tenslotte wil spreker nog iets zeggen over de woning bouw- Spreker vraagt speciaal aandacht voor de plaats waar woningen voor grote gezinnen worden neergezet- Spreker vindt het juist deze woningen bij elkaar te zetten, stadswijken met een asociaal karakter dienen voorkomen te worden. Het wonen van een groot gezin temidden van kleine gezinnen werkt opvoedkundig, en als in een bepaalde straat van kleine gezinnen eenmaal een groot gezin woont dan komen er daar wel meerdere bij.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 755