762 27 OCTOBER 1947 mogelijk buiten de bewoonde kom willen zien b.v. op het terrein bij de Terheij dense weg of bij de Krabbebossen. De heer JONGBLOED zegt erkentelijk te zijn voor de beantwoording van de door hem gemaakte opmerkingen, hij is nog wel niet volledig tevreden maar hij heeft toch kunnen beluisteren dat de goede wil aan wezig is, bij Burgemeester en Wethouders om de Raad zoveel mogelijk in alles te betrekken waarover de Raad te oordelen heeft- Met hetgeen de voorzitter heeft opgemerkt over de verhouding amb tenaar-raadslid kan spreker zich verenigen. Objectieve inlichtingen mag een raadslid van de ambentaren verwachten. Wat het verstrekken van inlichtingen betreft bij sollicitaties wil spre ker opmerken dat hij de psycho-technische rapporten niet in hoofd zaak bedoeld heeft als stukken welke hij gaarne zag overgelegd- Ook niet alle mogelijke aanbevelingsbrieven, het gaat er maar over dat de Raad voldoende wordt ingelicht omtrent de sollicitanten- Vertrouwe lijke mededelingen kunnen worden gedaan in besloten vergadering- Bij de benoeming van de nieuwe directeur van de Lichtbedrijven had de Raad aan de gegevens welke werden verstrekt niets. Overigens vindt spreker het niet juist psycho-technische rapporten gelijk te stellen met medische rapporten. Spreker kan er zich mede verenigen dat gezegd wordt dat de lands- politiek hier niet dient besproken te worden, al moet hij zeggen dat toch ook die politiek ons beroert zoals b-v. de classificatie van de ge meente, maar over gemeentepolitiek spreken acht spr. toch zeker juist. Spreker is nergens scherp geweest en hij is blij te kunnen constateren dat de samenwerking beter is en heeft er ook goede nota van genomen dat men gerust kan zijn over de K-V.P. Wat de kwestie van de industrialisatie betreft moet -spreker opmer ken dat hij het standpunt van B. en W. te beperkt vindt, het blijkt dat het standpunt van verschillende sprekers van dezelfde fractie ook niet met elkaar overeenstemt. Spreker zou gaarne over deze aangelegenheid eens een bespreking willen hebben met andere fracties buiten de raadsvergadering om. Spreker is er ook niet voor dat hier alle mogelijke industrieën komen, maar hij vindt dat Burgemeester en Wethouders nogal erg kieskeurig zijn- Spreker vraagt zich af of Breda geen geëigende stad is om een centrum voor metaal en machine in dustrie te worden. Wat het afstaan van tuingronden betreft is spreker het er mee eens dat dit tot grote moeilijkheden voor de tuinders aanleiding geeft, maar wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen. Het geven van tuingronden elders is slechts behoorlijk door te voeren bij nationalisering van gronden- Wat de plaatsing van het woonwagenkamp betreft, moet spreker op merken, dat er toch ook rekening mede gehouden moet worden dat ook woonwagenbewoners mensen zijn, voor wier belangen wij oog moeten hebben- De heer SCHIJEN merkt op, dat ook hij wel begrijpt dat het uitbrei dingsplan niet altijd rekening kan houden met de belangen van de tuinders, maar zo heeft hij het ook niet bedoeld. Het gaat om het be houd van de aller intensiefste cultures- De heer VAN EEGERAAT zegt niet duidelijk te zijn geweest bij de aanduiding van de oppervlakte welke nodig is voor de bouwing en voor land- en tuinbouwgrond. Hij noemde 25°/o voor land- en tuinbouw- grond in een gemeente van bepaalde grootte. Dit percentage kan men niet voortzetten- Wat industrialisatie betreft, moet spreker opmerken, dat hij niet heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 762