27 OCTOBER 1947 773 Dit is niet gevraagd. De bedoeling was dat de Raad over dergelijke mutaties tevoren wordt ingelicht- Een jaar geleden is gevraagd of het juist was dat de vroegere burgemeester van Zundert een functie had bij de gemeente. Naderhand is vernomen dat zulks inderdaad het geval was, maar momenteel weet .spreker nog niet waar deze werkzaam is. Zo zijn er nog enkele andere gevallen. Nooit is medegedeeld dat de heer Muis werkzaam was bij de Woningnoodcommissie- Hetzelfde kan gezegd worden van zijn opvolgers de heeren Muijser en Cramerus en als de Raad thans geen geld had moeten voteren voor de heer Cruijsen. zou de Raad nog niet weten dat deze bij het Woningnoodbureau werk zaam was- De VOORZITTER meent uit het gesprokene te moeten opmaken dat geen belang wordt gesteld in de bezetting der lagere functies, maar dat de Raad gaarne bij belangrijke functies als directeuren omtrent aanstellingen zou worden ingelicht. De heeren Muijser en Cramerus waren werkzaam op arbeidscontract- Burgemeester en Wethouders be noemen, maar als de Raad in het vervolg mededelingen wil ontvangen betreffende die benoemingen heeft spreker daartegen geen bezwaar: maar vanzelf sprekend kan deze mededeling eerst plaats hebben in de, op de benoeming volgende, raadsvergadering. Spreker kan tenslotte nog mededelen dat de heer Brockx werkzaam is voor de Noodwet Ouderdomsvoorziening en de heer Muijser voor het Consumenten- crediet, welke werkzaamheden thans worden verricht op het bureau van Maatschappelijk Hulpbetoon. VOLGNR,. 7 UITKERING UIT HET GEMEENTEFONDS- Weth- VAN HOUTEN zegt dat bij het afdelingsonderzoek gevraagd is hoe het resultaat is van het onderzoek van de Commissie Oud inzake financiële verhouding tussen Rijk en Gemeente. Het resultaat van dit onderzoek is bekend, maar de ontwerp-wet moet de Staten-Generaal nog passeren- Spreker heeft eens becijderd hoe het resultaat onge veer voor Breda zou zijn, als dit ontwerp wet wordt. In het algemeen kan worden opgemerkt, -dat de gemeenten weer een zodanige begrotingspositie zullen innemen, dat de begroting weer sluitend kan zijn. In een vergadering van de Vereniging van Neder landse-Gemeenten, waar dit onderwerp is besproken, zijn verschillende bijzonderheden naar voren gebracht- Bij die bespreking bleek, dat men het over het algemeen toejuicht, dat de Commissie Oud is gekomen met een noodregeling, maar men vreest, dat als deze regeling 1 Januari a.s- ingaat, verschillende ge meenten over 2 a 3 jaar weer noodlijdend zullen zijn. Verder werd op gemerkt, dat op de begroting van Binnenlandse Zaken voor dit doel 160,000,000,is uitgetrokken, terwijl de Commissie heeft berekend, dat er 300,000,000,mede gemoeid zal zijn. De regeling kan voor Breda slecht zijn, als men bij de berekening van de kosten voor onder wijs en armenzorg uitgaat van het cijfer, dat over de jaren 1939, 1940 en 1941 werd uitgegeven door de gemeente zoals deze thans is- Breda zou 200,000,— minder krijgen dan wanneer men alleen rekening houdt met de kerngemeente. Voor de kerngemeente is het bedrag voor Armen zorg 13,26 en voor de geannexeerde gebieden 10,26. Hierover wordt echter reeds correspondentie gevoerd- Aangenomen, dat de gunstige berekening mag worden genomen, dan komen we aan een bedrag van:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 773