776 27 OCTOBER 1947 De VOORZITTER zegt dat de sociale verzorgster in dergelijke ge vallen gaat kijken of hulp nodig is of niet. De heer BREKELMANS merkt op dat niet iedereen het recht op kosten van de gemeente te leven. Alleen in speciale gevallen moet hulp geboden worden. De heer BRINKERHOF zegt dat het oordeel van de sociale verzorg ster gemakkelijk wordt beïnvloed door de omgeving. Ze zal in het ene gezin alles netjes aantreffen en denken dat daar geen armoede heerst en in een andere gezin waar alles vervuild is wordt armoede veronder steld- Dat kan er soms ver naast zijn- De VOORZITTER merkt op dat een sociale verzorgster die zo oor deelt, geen goede is. Deze post wordt onveranderd goedgekeurd. Hoofdstuk II wordt hierna goedgekeurd en vastgesteld. HOOFDSTUK III. (Openbare Veiligheid-) VOLGNR- 688- KOSTEN VAN BRANDWACHTEN BIJ OPENBARE VOORSTELLINGEN. De heer BRINKERHOF merkt op dat uit het antwoord van Burge meester en Wethouders op de vraag van meerdere leden, welke de redenen zijn dat deze werkzaamheden door de Vrijwillige Brandweer worden verricht, kan worden gelezen dat de beroeps brandweer te zwaar belast was. Vroeger zag men alleen schouwwachten in grote toneelzalen, thans ziet men ze in de kleinste café's waar een uitvoering wordt gegeven. Verder wordt medegedeeld dat het voornemen bestaat om de Vrijwillige Brandweer meer in te schakelen. Men wil blijkbaar van de beroepsbrandweer af- De Raad kan daarmede niet accoord gaan- In Leeuwarden gaat men juist nu over tot beroepsbrandweer- Aan het gevaar dat de beroepsbrandweer te weining zal uitrichten wordt paal en perk gesteld door vakmensen in dienst te nemen zoals schilders en schoenmakers, die tijdens hun diensttijd als er geen oefening of brand is, zich in hun feitelijke beroep dienstbaar kunnen maken voor de ge meente. We moeten weer niet terug naar de vooroorlogse tijd van Vrij willigers. De VOORZITTER zegt dat het de bedoeling is een kern te hebben van beroepsbrandweer en daarnaast de vrijwillige brandweer. In ver band met de financiën der gemeente is er een kleine vermindering van beroepsbrandweer gekomen. Het is nu zo, dat het eerste uitrukken door beroepsbrandweer is gewaarborgd, de vrijwillige brandweer kan dan verder invallen- De Schouwwachten worden aan de vrijwillige brandwachten overgelaten- Het zou te onderzoeken zijn of dit voor kleine zalen ook nodig is- Daar de helft van de beroepsbrandweer steeds in de kazerne is en de andere helft rust heeft moet de vrijwil lige brandweer ook invallen in geval van brand. De heer VAN SWOL merkt op, dat er drie mensen op wachtgeld zijn gesteld van de beroepsbrandweer. Het aantal werkuren is niet zo kin derachtig, het bedraagt 84 uur per week. Nu kan men wel zeggen dat ze niet altijd dienst doen, maar ze moeten toch aanwezig zijn. Eén van de ontslagen mensen is thans portier bij de Gem. Lichtbedrijven op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 776