27 OCTOBER 1947
783
resultaat: '/a 3 3/3 X Va 3/6 "i „Neen, dat kan onmogelijk"
dacht hij toen bij zich zelf.
b. Studente 4de klasse aan 'n Meisjes-H-B.S. Leeftijd 16 jaar- Goede
wiskundige aanleg-
Na lang denken was het antwoord: 1 kubieke meter is 1000 kubieke
liter. 3 lVa-
Deze was op de opleidingsschool steeds no. 1 geweest en schudde dit
soort sommen vroeger uit haar mouw.
Had ook 'n prima toelatingsexamen voor rekenen gemaakt-
c. Leerling 2de klasse-Avondmulo- Oud 16 jaar-
Een kubieke meter is 10, neen 100 liter of is het soms 1000; nee
toch! De breukdeling werd 3 3/1 X 2/1 5.
Mogelijk zult u opwerpen, dat mijn betoog erg paradoxaal klinkt, o.m
reden door mij in den aanhef werd beweerd, dat de Leerplichtwet 'n
zegen voor ons volk is en dit dan in volkomen tegenspraak met de zo
juist genoemde resultaten is. Dit kan ontzenuwd worden door de er
varingen op de hogere school opgedaan, alsmede door een deskundig
oordeel van het Rijksschooltoezicht.
Zeker is wel, dat leerlingen, die naar 'n Mulo of Middelbare school
gaan, dit soort sommen vrij vlot 'maken-
De strekking van mijn betoog is geen andere, dan onze scholen door
'n ruime subsidiering in staat te stellen door het aanschaffen van de
nieuwste leermethode's en 'n voldoend aantal de kinderen de nodige
kennis te kunnen bijbrengen-
De thans schoolgaande jeugd heeft deel moeten inboeten aan leer
tijd door de bezetting der scholen-
Maar ook physiek heeft zij het hard te verduren gehad, zodat ook
in dat opzicht de verwerking der leerstof bijzonder ongunstig geweest
is. 't Is dus dubbel nodig, dat wij trachten haar hiervoor schadeloos
te stellen en bijvoorbeeld niet op boeken en bibliotheken te gaan be
knibbelen, alleen omdat die boeken b.v. op slecht papier zijn gedrukt.
Weth- STRUIJCKEN zegt dat inderdaad de methodiek bij moet zijn-
Er zullen dan ook wel nieuwe aanvragen komen- Voor de Openbare
school aan de Viandenlaan zal dit in elk geval gebeuren. Herhaalde
malen worden aan de Raad voorstellen voorgelegd op verzoeken van
schoolbesturen om medewerking ex art. 72 voor het aanschaffen
van nieuwe leermiddelen.
De heer VAN SWOL merkt op dat wanneer hij de begroting over
ziet, hij tot de conclusie komt dat de geraamde posten voor het onder
wijs steeds lager zijn dan de werkelijke uitgaven.
Weth- STRUJCKEN merkt op dat de werkelijke uitgaven het vorig
jaar hoger zijn geweest dan normaal. De jaren daardoor kwamen de
scholen voor het lager geraamde behoorlijk toe.
Weth. VAN HOUTEN merkt op dat gezegd is dat hierdoor de uit
kering aan het bijzonder onderwijs laag wordt gehouden- Het gaat
echter in stijgende lijn zoals blijkt uit de volgende cijfers- Bedrag per
leerling in 1943 8,97, 1944 9,1945 9,25- In 1947 zal dit bedrag weer
worden verhoogd- De scholen moeten eerst maar eens beginnen het
geen beschikbaar is te gebruiken. Het is nu voorgekomen dat 37,000,
niet werd gebruikt.
De heer VAN EGERAAT merkt op dat in het afgelopen jaar de
kosten hoog zijn geweest. Is spreker goed ingelicht dan geven de drie