27 OCTOBER 1947
785
Weth. STRUIJCKEN antwoordt dat deze wijze van ondervragen na
toch wel al te gek wordt. De heer van Egeraat blijkt het eerste A.B-C-
van de begrotings-debatten nog niet ie kennen- Dergelijke techniscne
kwesties dienen niet hier te worden behandeld, zonder voorbereiding.
En al is het dan waar dat de heer van Egeraat niet bij de afdelings
vergaderingen tegenwoordig is kunnen zijn, dan had hij nog deze
vragen schriftelijk kunnen stellen. Dit zijn geen vragen om direct een
antwoord op te geven- Het beleid van Burgemeester en Wethouders
inzake onderwijs kan hier slechts ter sprake worden gebracht.
De VOORZITTER zegt het daarmede volkomen eens te zijn. Dit is
geen prettige toon. Spreker moet zeggen dit nog niet te hebben mee
gemaakt.
De heer MEIJS deelt mede hetzelfde te hebben willen zeggen. De
heer v. Egeraat toont gebrek aan technisch inzicht in de begroting, het
geen reeds is gebleken bij de eerste vraag van de heer van Egeraat,
toen hij de posten aflossing en afschrijving van het Gasbedrijf in een
bepaalde verhouding tot elkaar wilde brengen-
Hierna wordt deze post goedgekeurd en vastgesteld.
PAR. 15. NIJVERHEIDSONDERWIJS.
De heer VAN BIJNEN zegt het volgende:
Mijnheer de Voorzitter. In de memorie van antwoord geven Burge
meester en Wethouders te kennen dat zij, hoewel het wenselijk is
onderricht in de Sociale Wetgeving aan de Ambachtsschool te geven,
de mogelijkheid niet aanwezig achten.
Ik ben echter van mening, dat de sociale wetgeving in het leven
van de arbeider een zodanig belangrijke plaats inneemt, dat de 'toe
komstige arbeiders, zolang het derde cursusjaar niet is ingevoerd, toch
minstens gedurende de lessen in algemene vorming met de sociale wet
geving op de hoogte moeten worden gebracht, voor zover .ze er prac-
tisch dagelijks mee te maken .zullen krijgen-
Door onwetendheid missen zij meermalen belangrijke voordelen, die
zij aan de sociale wetgeving kunnen cntlenen-
Indien het er nog eens van komt, dat het dringend nodige derde cur
susjaar weer wordt ingevoerd, zou ik willen pleiten voor een speciale
cursus in deze vakken-
Het zal geen verspilde tijd blijken te zijn. Te zijner tijd zal daar
door mij zeker op teruggekomen worden.
De heer VAN OYEN kan dit beamen, dc sociale kennis van dege
lijke mensen i-s zeer gering.
Wethouder ROMSOM zegt, dat mogelijk bij een driejarige cursus
daartoe zal kunnen worden overgegaan, thans is daar geen gelegenheid
voor, tenzij misschien bij het avondnijverhaidsonderwijs.
De heer VAN BIJNEN acht het toch nuttig, dat althans een inzicht
wordt gegeven in de voornaamste sociale maatregelen, zoals uitkering
bij ziekte, ongeval, het plakken van rentezegels enz-, daar kan terloops
eens over worden gepraat-
Wethouder ROMSOM zegt, dat dan een bepaalde les noodgedwongen
zou moeten uitvallen- Het zou mogelijk zo kunnen worden gevonden,
dat de jongens tijdens de recreatie worden opgevangen en dan door