28 OCTOBER 1947
AGENDA: Afscheid Burgemeester B- W. TH. VAN SLOBBE-
Tegenwoordig de heren: A. C- B. VAN ARENDONK, M. A- BEEKERS,
A. C- A- BREKELMANS, J. D. F- BRINKERHOF, J. M. VAN BIJNEN,
A. C- DIRVEN, Drs. L. VAN EGERAAT, A- J. J. VAN GILS, M. A.
VAN GOOL, A. VAN HAPEREN, J- J- M. TEN HOLDER, H. J- VAN
HOUTEN, A. JONGBLOED, L- JONKER, J. J. KAMPHUIJS, D- J- A.
KRAMERS, A. LABAN, C- J- LAUREIJ, A. W. VAN DER MEULEN,
N. G. E. MEIJERS, J. A- MEIJS, F- P- VAN DE NOORT, A. M. VAN
OOSTERHOUT, J. J- VAN OIJEN, A- P. ROMSOM, J. H. A- ROOVERS,
C- DE RUITER, Ir. J. M. SCHIJEN, H- A- SPRANGERS, Mr. A. A.
M. STRUIJCKEN, C- A- H. VAN SWOL, O. G. E- M. VERHAAK en
J. VERSCHUREN.
Afwezig de heren: H. J. C. COSIJN, C. VAN DEN EEDEN en J. VAN
KAMPEN.
Voorzitter: de heer Mr. A. A. M. STRUIJCKEN, loco-Burgemeester-
Secretaris: de heer Mr. PH. I. E. VAN WOENSEL, secretaris-
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van
Orde voor de vergaderingen van de Gemeenteraad. Vervolgens deelt
hij mede te hebben gemeend voor deze vergadering de leiding uit han
den van de Burgemeester, die nog steeds voorzitter is, te hebben
moeten nemen, ter wille van de objectiviteit, daar deze vergadering
immers is belegd om van de Burgemeester afscheid te nemen. Spreker
zegt verheugd te zijn, dat de Burgemeester, ondanks de drukte van
deze laatste dagen, nog gelegenheid heeft gevonden om met Mevrouw,
die hij hartelijk welkom heet, hier aanwezig te zijn.
Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Meijs.
De heer MEIJS zegt het volgende:
Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw van Slobbe.
Als Voorzitter der grootste fractie van deze Raad, als een der weinige
Raadsleden, die gedurende Uwe gehele Burgemeesterlijke ambtsperiode
deel uit hebben gemaakt van de Gemeenteraad, is mij de eer te beurt
gevallen, U namens de gehele Raad woorden van dank toe te spreken
bij gelegenheid van het feit, dat U thans afscheid gaat nemen als Voor
zitter van deze Raad.
Bij deze gelegenheid roepen wij onwillekeurig in onze herinnering
de datum 3 Augustus 1936, de dag waarop Gij Uwe functie als Burge
meester van Breda hebt aanvaard.