28 OCTOBER 1947 795 De VOORZITTER doet hierna voorlezing van het besluit en over handigt de burgemeester de erepenning der Stad in zilver, terwijl hij zegt, dat de Burgemeester reeds verschillende onderscheidingen heeft; deze zullen zeker voor de Burgemeester niet alle dezelfde waarde hebben; er zijn erbij die zijn verleend omdat ze nu eenmaal horen bij een bepaalde functie, andere echter weer voor persoonlijke prestaties en deze zullen zeker het dierbaarst zijn. Spreker hoopt, dat de Burge meester deze onderscheiding ook als zodanig zal willen beschouwen. Vervolgens zegt de heer MEIJS, dat de Raadsleden hebben gemeend ook nog een persoonlijk geschenk te moeten geven, om hun affectie voor de burgemeester en hun respect voor Mevrouw te tonen. Alle Raadsleden, zonder enige uitzondering hebben hieraan medegewerkt. Spreker biedt vervolgens het geschenk, bestaande uit een antiek Chi nese vaas, aan de Burgemeester aan. De BURGEMEESTER dankt, mede namens zijn vrouw hartelijk voor de ontvangst en de gesproken woorden. De erepenning en het fraaie cadeau stelt hij zeer op prijs. Spreker is verheugd, dat men ook zijn vrouw in de huldiging heeft betrokken. De vrouw, die altijd een voor name plaats inneemt naast de man, is vooral voor een bestuurder een grote steun- Spreker heeft dat althans ondervonden, zijn vrouw heeft hem nader tot de bevolking gebracht. En wat het afscheid zelf betreft, moet spreker eerlijk bekennen, dat het hem zwaar valt. Enige dagen geleden heeft spreker iemand ontmoet, die hem zeide, het afscheid maar niet te zwaar op te nemen, daar het in deze tijd nu niet zo erg prettig werken is- Spreker dacht toen eerst, als je zo praat heb je ook geen hoge dunk van me, want juist in moeilijke tijden behoort men op zijn post te blijven. Maar zo waren die woorden niet bedoeld; het was meer bij wijze van een klop op de schouder om niet te zeer te treuren. Spreker wil er echter mede zeggen, dat juist, omdat de tijden zo moeilijk zijn, hij gaarne was gebleven om mede te werken aan de wederopbouw op alle gebied. Spreker kan ook mededelen, dat deze huldiging hem goed doet. Nu het ogenblik van heengaan is aangebroken, denkt men onwillekeurig terug aan al hetgeen men gedaan heeft en men vraagt zich af, of het zo goed is gedaan. Het is dan prettig te horen, dat er waardering is voor hetgeen men gedaan heeft. Dat is des te prettiger omdat de ambtsperiode van spreker is gevallen in een zeer moeilijke tijd. Toen spreker zijn ambt aanvaardde was er een economische crisis, deze is gevolgd door de oorlog en de bezetting en thans beleven we nog de moeilijke na-oorlogse jaren. Toen de bevrijding kwam waren we allen vol vreugde en vol moed begonnen we aan een nieuwe toekomst te werken, hetgeen echter niet eenvoudig bleek. Al spoedig na de be vrijding kwamen allerlei vreemdsoortige opvattingen naar voren. De omstandigheden waren niet altijd gunstig voor goede samenwerking. Spreker is toen ook nog enige tijd heen moeten gaan; hij kan de op vattingen van die periode begrijpen en neemt niemand persoonlijk iets kwalijk. Spreker vindt het ook daarom prettig thans woorden Van waardering te horen, omdat hij weet wat star te zijn, waardoor hij wel eens wat kort af was. Ook zette hij gaarne spoed achter een zaak, als dit vereist werd, waardoor de Raad wel eens de indruk kon krijgen gepasseerd te worden, dat alles kwam echter niet voort uit gebrek aan waardering voor de Raad. Wat de erepenning betreft kan spreker de verzekering geven dat deze zal behoren tot de meest gewaardeerde onderscheidingen. Wet houder Struijcken heeft zo juist uiteengezet hoe sommige onder-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 795