17 JANUARI 1947 531 dat iemand uit een andere gemeente vergunning kreeg zich hier te komen vestigen, enkel en alleen omdat hij liever te Breda woonde. De VOORZITTBR zegt, dat het hem zeer bevreemdt, dat dit zich in derdaad zoo zou hebben toegedragen. Spr. verzoekt den heer van Oos terhout het rapport in te zenden, dan zal hij de zaak nog eens uit zoeken. De heer VAN OOSTERHOUT vindt, dat men in dergelijke gevallen beter eerst zijn licht kan gaan opsteken bij de Woningnoodcommissie. 2. De heer DE RUITER brengt in herinnering, dat in de vergade ring van 15 November j.l. met betrekking tot het gemengd zwemmen is toegezegd, dat vereenigingen daartoe in de gelegenheid zullen wor den gesteld. Spr._ zou gaarne zien, dat er zoo spoedig mogelijk iets in die richting gebeurde. De VOORZITTER zal dit op de lijst van urgente kwesties zetten. 3. De heer DE RUITER heeft in een vorige vergadering een vraag gesteld over de graven van eenige Russen. Spr. is op de gemeente secretarie geweest om daarover nader te spreken. Daarna heeft hij niets meer over deze zaak gehoord. De VOORZITTER antwoordt, dat bedoelde lijken dezer dagen naar een ander graf zijn overgebracht. 4. De heer DE RUITER vraagt, of er reeds bij het Rijk is geïnfor meerd naar de huren der nieuwe woningen. De VOORZITTER antwoordt bevestigend en deelt mede, dat daarop nog geen antwoord is ontvangen. 5. De heer DE RUITER merkt op, dat dezer dagen door een zijner partijgenooten aan den betrokken Minister vragen zijn gesteld over den gezondheidstoestand in de Chassée-kazerne alhier. De Luchtvaart troepen zijn namelijk geconsigneerd. Het cantinepersoneel gaat' echter vrij de kazerne in en uit. Ook komen er meisjes aan het kazernehek. Spr. vraagt zich af, wat het onder die omstandigheden voor zin heeft een dergelijk verbod uit te vaardigen. Spr. acht dezen loop van zaken niet in belang van de Bredasche bevolking. De VOORZITTER zegt, dat men de troepen niet geheel van de buitenwereld kan afsluiten. Spr. zal met den directeur van den ge meentelijken geneeskundigen en gezondheidsdienst contact over deze zaak opnemen. 6. De heer DE RUITER heeft in „De Stem" gelezen, dat de Burge meester van Eindhoven aan de geestelijken van zijn gemeente heeft verzocht, zoo eenigszins mogelijk aan woningzoekenden inwoning in hun pastorieën te verleenen. Spr. vraagt, of zulks ook hier niet kan gebeuren. De VOORZITTER kan niet zeggen, of hier ruimte in pastorieën is. Hij zal de zaak eens bespreken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 531