17 DECEMBER 1947 827 andere. Maar spreker vindt het toch het beste om het bij die personen te halen, die er het voordeel van genieten. Vervolgens wil spreker nog even ingaan op enkele opmerkingen over de tarieven. Wat de opmerking betreft over de huisvuilnis-emmers moet spreker toegeven dat de gemeente hier wel voordeel aan heeft gehad doordat de emmers langer mee zijn gegaan dan aanvankelijk was voorgesteld, maar dat is maar goed ook anders had men al eerder met verhoging moeten komen. Wat de wisseltonnen betreft merkt spreker op dat deze in hoofdzaak nog in gebruik zijn bij slagers en poeliers. Er staan er nog maar drie bij andere mensen en het is bekeken dat ook deze de verhoging wel kunnen betalen. Het hogere tarief voor het ledigen van beerputten komt ook niet ten laste van de kleine man daar dit tarief slechts geldt voor putten van grote omvang, die zich voor namelijk bevinden bij kazernes en andere rijksgebouwen. De heer DE RUITER merkt op dat het niet zo zeer gaat om het feit 1 dat meer betaald zou moeten worden, als wel om het principe in deze tijd niet tot prijsverhoging over te gaan. Het zou psychologisch onjuist zijn om op het moment nu de landsoverheid aandringt op prijsverlaging de gemeentelijke tarieven te verhogen. Ten slotte merkt spreker nog op dat de vuilnisemmers dus inderdaad een winstpostje betekenen. Weth. VAN HAPEREN zegt dat men de post ophaaldienst huisvuil in haar geheel moet bezien en dan blijkt, dat deze post verlies oplevert. De heer JONKER zegt dat nu het materiaal duurder is het nog niet noodzakelijk is dit te bekostigen door verhoging van de tarieven, het kan toch op andere wijze worden verwerkt in de begroting. Weth. VAN HAPEREN merkt op dat het toch het meest juiste is dat de dienst zich zelf voor zover mogelijk bedruipt. De heer JONKER zeg dat hij er bij blijft dat het onjuist is om thans tot verhoging over te gaan in 95°/» der bevolking op ieder dubbeltje moet kijken. Drastische prijsverlaging zou er moeten komen en nu doet men dit. De heer KRAMERS zegt dat uit de bijlage blijkt dat voor wat betreft de privaat-wisseltonnen het voordelig verschil bij deze nieuwe bereke ning 578,— bedraagt. Als men dan verneemt dat nog slechts 3 wissel- tonnen uitstaan bij andere mensen dan poeliers en slagers dan blijkt dat deze heel wat zullen moeten betalen wat tot gevolg zal hebben dat veel vuil in de gewone emmers zal verdwijnen. De heer JONGBLOED zegt aanvankelijk geen bezwaren te hebben gehad tegen dit voorstel al geeft hij toe dat de overheid zeer zeker moet trachten de tarieven zo laag mogelijk te houden. Hij had begrepen dat het hier ging om betrekkelijk kleine verhogingen, en dan nog in hoofdzaak voor sommige groepen, maar nu blijkt dat de verhoging heel de bevolking treft. Spreker zegt aanvankelijk gedacht te hebben dat de eerste emmer gratis was. Weth. VAN HAPEREN merkt op dat dit niet het geval is. Het recht bedroeg 0,60 en wordt thans 0,80. Spreker merkt op dat dit bijna overal 1,is. De heer JONGBLOED vraagt hoe het dan zit met de tweede emmer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 827