532 17 JANUARI 1947 7. De heer VAN DER MEULEN vraagt, naar aanleiding van een artikel van den „Torenwachter" in de Bredasche Courant over de tarieven van de waterleidingmaatschappij Noord-West-Brabant, wan neer de concessie dier Maatschappij afloopt. De VOORZITTER zegt, dat men al eens getracht heeft van die con cessie af te komen; dit is echter niet gelukt. Wethouder STRUYCKEN merkt op, dat die waterleidingmij. langere wegen heeft, hetgeen meer kosten met zich meebrengt. De heer VAN DER MEULEN vindt het niet juist, dat het eene deel der bevolking zooveel meer voor watergebruik moet betalen dan het andere. De heer VAN HOUTEN zegt, dat bij de annexatie van 1927 ook de concessievoorwaarden dier Mij. ter sprake zijn gekomen. Spr. meende, dat die concessie nu onder de hand afliep. Wethouder STRUYCKEN acht het beter dit eerst eens na te gaan, dan zal de Raad in de volgende vergadering geheel kunnen worden ingelicht. 8. De heer DIRVEN vestigt de aandacht op den desolaten toestand van het pand, gelegen op de hoek van de Haagsche Markt en de Doelenstraat. Bedoeld pand is reeds jaren onbewoond. Spr. vraagt, of het niet afgebroken kan worden. De VOORZITTER zegt, dat die zaak in handen van den Wederop bouw is; men kan binnenkort een oplossing terzake verwachten. 9. De heer DIRVEN vraagt de aandacht voor den slechten toestand waarin de Huifakkerstraat verkeert; men is daar niet veeleischend. Kan die weg niet wat worden opgeknapt, vraagt Spr. De VOORZITTER antwoordt, dat dit zal worden nagegaan. 10. De heer KAMPHUYS vraagt, hoe het staat met de bewoning van de bovenwoning in het pand van de Singer Mij. aan de Bosch straat. De VOORZITTER zegt, dat is gebleken, dat die bovenwoning reeds vóór den oorlog niet bewoond was; zij is dus niet aan de oorspronke-1 lijke bestemming onttrokken. De heer Kamphuys krijgt daarover nog nader bericht. 11. De heer KAMPHUYS vraagt, hoe het staat met den opslag van vaten in de Emmastraat. De VOORZITTER zegt, dat die vaten nu alle zullen verdwijnen. 12. De heer KRAMERS wijst er op, dat de Min. Nelissenstraat veelvuldig wordt gebruikt door zoogenaamde leswagens. Dit is ge vaarlijk voor de schooljeugd. Spr. vraagt daarom, of zulks niet is te beletten op de uren, waarop de school aan- en uitgaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 532