17 DECEMBER 1947
835
De heer MEIJS zegt op zich geen bezwaar te hebben in een dergelijke
commissie zitting te nemen, maar thans ontbreekt hem ten ene male
de tijd.
De VOORZITTER stelt in plaats van hem de heer Kramers voor.
Aldus wordt besloten.
29- Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het benoemen van
twee leden van het Burgerlijk Armbestuur. (Bijlagen 1947, no. 291.)
Daar niemand hierover het woord verlangt gaat de Voorzitter
tot stemming over. Gekozen worden de heer v. d. Berg en
mevr. van ArendonkSegers.
30- Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het doen van de
aanbeveling voor de benoeming van een Heemraad voor de Scheep
vaart van het Heemraadschap van de Mark en Dintel. (Bijlagen 1947,
no. 290.)
Daar niemand hierover het woord verlangt wordt tot stem
ming overgegaan. Uit de gehouden stemming blijkt dat het
voorstel van Burgemeester en Wethouders is aangenomen,
zodat de heren Dr. Claudius Prinsen, Mr. A. A. M- Struijcken
en Mr. Ph. I. E. van Woensel op de aanbevelingslijst worden
geplaatst.
31- Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot conversie van
geldleningen. (Bijlagen 1947, no. 271.)
32- Wijzigingen der gemeente-begroting voor het dienstjaar 1947.
33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verkoop van een
gashouder aan de gemeente Hoogeveen. (Bijlagen 1947, no. 292-)
Al deze voorstellen worden zonder bespreking aangenomen.
De VOORZITTER deelt mede gaarne nog een punt te willen behan
delen, dat niet op de agenda is vermeld en waarbij veel haast is.
Het is een voorstel tot uitvaardigen van een verbod tot sloping van
woning zonder vergunning van Burgemeester en Wethouders. Spreker
wijst erop, dat zulks noodzakelijk is in verband met de grote woning
nood.
De heer JONGBLOED zegt, dat het niet eenvoudig is om de draag
wijdte hiervan te kunnen beoordeelen, maar hij heeft wel zoveel ver
trouwen in het College, dat meent zich er wel mede te kunnen ver
enigen.
Het voorstel wordt aangenomen.
RONDVRAAG.
De VOORZITTER verzoekt de leden zich, in verband met het ver ge
vorderd uur te willen beperken.
De heer BRINKERHOF merkt op, dat hem is toegezegd, dat de