Notulen van de besloten vergadering van de Raad van 21 Augustus 194-7 (gehouden na de openbare vergadering) De Voorzitter zegt,dat hij deze besloten vergadering wil houden, omdat hij een voorstel heeft te doen,dat een hulde inhoudt te brengen aan enkele burgers,die bijzondere verdiensten hebben voor deze stad.Het is de bedoeling,dat dit geheim blijft tot deze hulde plaats vindt. Indertijd is besloten tot het doen maken van legpenningen van de Stad in brons om deze te schenken aan die Hredase burgers,die bijzondere verdiensten hebben voor de Stad. In dit geval gaat het over de Heren:J.N.Kroone ,C.L.Stuleraeijer en J.L.Meijvis. Ten einde de raad in te lichten over de motie ven, welke hebben geleid om met dit voorstel te komen,zal spreker de concept-raadsbesluiten voorlezen. Spreker doet voorlez^ing van deze conceptbesluiten. Hierna vraagt hij of een der leden hierover het woord verlangd. De Heer van S™ol zegt,dat hi© zich kan verenigen met het voorstel, voor zover het deheren Kroone en iieivis be treft.Maar hij kan niet be grijpen hoe men de heer Stulemeijer kan voorstellen voor een erepen ning.Spreker behoeft daarover niet veel te zegg2n,maar hij kan ver zeker en, dat geheel -Breda daarvan zal staan kijken.Hij behoeft nog naar te wijzen op de houding uijdens de bezet-tting om nog niet te sperekn van hetgeen hij zelf vroeger ondervonden heeft,toen hij nog op de H.K.I. werkzaam was. De Voorz itter moet daartegen op kom en. De houding tijdens de bezetting is niet verkeeru geweest.Dat is ook voor het tribunaal wel gebleken. De oplegging van de geringe straf toont toch wel aan,dat slechts van een enkel minder juist feit kon worden gesproken,dat overigens be paalde oorzaken had.Wat zijn inzichten betreft tegenover zijn per soneel moet spreker opmerken,uat men bij hen geen kwaad over de heer Stulemeiyer moet vertellen. Hierna wordt het voorstel aangenomen.De Heer van Swol wil geacht wor den te hebben tegengestemdwat de Heer Stulemeijer betreft. Hierna sluit de Voorzitter de besloten vergadering. De Secretaris, Se Voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 843