Hotulen van de besloten vergadering^van den Raad,gehouden
op 17 December 1947.
(voorafgaande aan de openbare vergadering)
De Voorzitter opent de vergadering en deelt mede,dat hij tot
een besloten vergadering is willen overgaan,omdat hij iets wil
zeggen over de toekomstige woningbouw in Breda en men als in hei-
openbaar daarover gesproken wordt men deni&nnen soms al verwezenlijkt
ziet,als is het best mogelijk,dat er niets van komt en vervolgens
kunnen daarbij zaken van grondspeculatieve aard worde besproken,
welke steals in een besloten-vergadering dienen besproken te worden.
Sprekej? wijst er op hoe momenteel gewerkt wordt aan de bouw van
van ongeveer 700 woningen.'Hoewel sprekef alle lof heeft voor de
snelle wijze,waarop de plannen zijn gemaakt en reeds gedeeltelijk
zijn ten uitvoer gelegd,zou hij toch niet gaarne zien,dat op deze
wijze werd voort gegaan'^ Er wordt thans een repetitie-type gebouwd.
Sprekei? deelt mede,dat Burgemeester en Wethouders hierover een
onderhoud hebben gehad met de Directeur en enkele hoofdambtenaren
van de Dienst van Openbare WerkeneSprekef kan zich voors+ellen,dat
de raad zal denken,dat de nieuwe Burgemeester wel erg vlug is met
deze zaken,maar het is toch ook zo,dat snel moet worden gehandeld,
om de zaak niet te bederven,vooral ook omdat veel tijd nodig is voor
het maken van plannen en deze het best in de wintermaanden kunnen
worden, uitgewerkt.;Sprekef moet overigens ook zeggen,dat hij een zeer
grote belangstelling heeft voor het stedebouwkundig aanzien van de
stad';;Sprekef is overtuigd van de 44 bekwaamheid van de ambtenaren
van Openbare Werken,maar als de plannen daar verder moeten worden
gemaakt bestaat er een groot gevaar,dat de bouw te eenzijdig wordt.
Spreker weet wel,dat de eerste jaren zeer eenvoudige woningen zullen
moeten worden gebouwd,maar het aestetisch aanzien mag daar niet onder
lijdeneer zal zelfs daarom des te meer naar gestreefd moeten worden
met eenvoudige middelen toch iets moois te bereiken .En het gaat niet
alleen om de afzonderlijke types van.woningen,maar om geheel het
stedebouwkundig aanzien der gemeente.'Er moet voor de verre toekomst
iets moois van gemaakt worden.'Het is sprekers mening, dat alleen de
ƒ-
de allerbetse krachten daarvoor gevraagd moeten worden.Het is niet de
^^y^deeling,dat aan een zo'n dergelijke kracht alles wordt opgedragen,
^^«u^maar wel,dat een dergelijk man het opppertoezicht krijgt,en zich de
medewerking verzekerd weet van andere zeer bekwa,me krachten.'Spreker
denkt hiet aan mannen als Prof .Trrappre Moliere en Ir Meux.
Ir.Siebers en Ir.Peutz.Hij wil over deze pannen eens graag van ge
dachten wisselen met- de Raad. Hij zo deze planne om te beginnen ten
uitvoer gebracht willen zien ten aanzien van de bouwgronden in v.m.
Princenhage? Hij 00u daartoe ook het bouwbureau Korteweg willen in
schakelen.