538
11 FEBRUARI 1947
De VOORZITTER opent de vergadering en spreekt het gebed uit,
waarvan de tekst is opgenomen in artikel 8a van het Reglement van
orde voor de vergaderingen van den Gemeenteraad. Vervolgens deelt
Spr. mede, dat van de heeren Cosijn, Van Gooi, Van Oosterhout en
Van den Eeden, bericht is ingekomen, dat zij verhinderd zijn deze ver
gadering bij te wonen.
Daarop stelt Spr. aan de orde:
j- Vaststelling van de notulen van de vergaderingen van 10 en 12
December en van 17 Januari j.l.
De VOORZITTER zegt, dat deze notulen overeenkomstig het be
paalde in artikel 36 van het Reglement van orde voor de vergaderingen
van den Raad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun boven
dien in druk zijn toegezonden. Spr. vraagt, of iemand der leden eenige
bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen.
De heer BRINKERHOF merkt, naar aanleiding van hetgeen op blz.
466 van de notulen van 10 December j.l. onder volgnummer 734b is
vermeld, op, dat hij niet heeft bedoeld de voormalige ziekenbarak aan
den Kerkhofweg persé als woning voor twee gezinnen in te richten;
hij heeft alleen in overweging willen geven te onderzoeken, wat be
langrijker is: deze barak aan padvinders in gebruik te geven of als
woning voor twee gezinnen te bestemmen. Spr. verzoekt het daar ver
melde in dien zin te wijzigen.
De heer TEN HOLDER wil op blz. 526 van de notulen van 17 Januari j.l.,
24ste regel van boven, het woord „toelaatbaar" veranderen in „ge
schikt".
Met inachtneming van deze wijzigingen worden de notulen
van de vergaderingen van 10 en 12 December 1946 en van 17
Januari 1947 goedgekeurd en vastgesteld.
2. Benoeming van een lid der commissie voor het onderzoek der ge
loofsbrieven van nieuw benoemde raadsleden voor het 4-jarig zittings
tijdperk 19461950, ter voorziening in de vacature, ontstaan door het
overlijden van den heer A. Mabelis.
De VOORZITTER stelt voor, in deze vacature den heer van Oyen te
benoemen.
Daartoe wordt besloten.
3. Geloofsbrief van het nieuw benoemd lid van den Gemeenteraad,
den heer J. van Kampen.
De VOORZITTER schorst de vergadering voor eenige oogenblikken,
teneinde de commissie gelegenheid te geven dezen geloofsbrief te
onderzoeken.
Na heropening der vergadering verklaart de commissie bij monde
van den heer Mefls, dat zij den geloofsbrief heeft onderzocht en in
orde bevonden.
Wordt besloten den geloofsbrief goed te keuren en den heer
van Kampen toe te laten als lid van den Gemeenteraad.