544 11 FEBRUARI 1947 Zonder eenige bedenking wordt daartoe besloten. 21. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhuring van de woning Dreef no. 6 aan J. F. X. Joling (Bijlagen 1947, no. 35). Zonder eenige bedenking wordt daartoe besloten. 22. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop van gronden ten behoeve van den bouw van een rioolwaterzuiverings-in- stallatie (Bijlagen 1947, no. 46). De heer DE RUITER heeft in het voorstel gelezen, dat een stuk grond wordt gekocht, dat niet gebruikt kan worden voor de zuiverings installatie. Spr. vraagt, of men met dat sluk grond iets anders kan doen. De VOORZITTER zegt, dat bedoeld stuk grond niet heelemaal buiten het plan ligt. De bestemming daarvan komt later wel terecht bij de uitvoering van het plan, b.v. voor toegangsweg of anderszins. De heer BRINKERHOF vindt den koopprijs te hoog; hij gelooft, dat daardoor veel winst gemaakt zal worden door den verkooper. Hij ver wacht niet, dat de prijsbeheersching dien prijs zal goedkeuren. Spr. zou de behandeling van dit voorstel willen aanhouden totdat de prijsbe heersching daarover een beslissing heeft genomen. De VOORZITTER merkt op, dat Ir. Op den Noordt, de deskundige, die door de gemeente is geraadpleegd, van meening is, dat de prijs niet te hoog is. De heer BRINKERHOF wijst erop, dat de grond, welke de gemeente aan de Meidoornstraat gaat koopen, goedkooper is dan deze laagliggen- de gronden. De VOORZITTER zegt, dat al mogen deze gronden oogenschijnlijk onaanzienlijk zijn; zij desniettemin voor belanghebbende gunstig ge legen kunnen zijn. Ir. Op den Noordt is door het geheele land bekend als een bekwaam deskundige. Wethouder VAN HAPEREN verklaart, dat de gronden niet te duur zijn. Spr. zou ze voor eigen gebruik willen hebben tegen dien prijs. Men moet niet vergeten, dat de gronden aan de Mark; dus aan vaar water, zijn gelegen. De heer BRINKERHOF meent toch, dat de gronden in eerste instan tie door een deskundige zijn geschat op 35 cent per m2. Wethouder VAN HAPEREN: Door den Directeur van Openbare Wer ken. De heer BRINKERHOF: Dat is toch ook een deskundige. De heer SCHIJEN zegt, dat het vaststellen van grondprijzen voor de deskundigen zelf een probleem is. De prijs is zeer moeilijk en daarom ook slechts bij benadering te bepalen. Spr. heeft wel eens gezien, dat gronden van gelijke kwaliteit geheel verschillend werden betaald. Het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 544