548
11 FEBRUARI 1947
De heer JONGBLOED merkt op, dat de A.J.C. telkens met een kluit
je in het riet wordt gestuurd. Als zij een lokaal van de Gemeente in
gebruik had, dan stond de zaak nog eenigszins anders, doch nu moet
zij 200,huur betalen voor een localiteit. Laat de gemeente die huur
alvast betalen, zegt Spr.; het zijn menschen met smalle beurzen. Spr.
wil nog in deze vergadering daartoe besluiten.
De VOORZITTER zegt, dat het niet allen om de A.J.C. gaat; er zijn
ook andere vereenigingen, die geen lokalen hebben. Spr. blijft bij het
voorstel van Burgemeester en Wethouders. Als men tot subsidieering
komt, dan zou Spr. dit willen doen naar het aantal leden van de jeugd-
vereeniging, zooals in Eindhoven.
De heer HEER zegt, dat als de Voorzitter garandeert, dat de Raad in
zijn volgende vergadering een nader voorstel krijgt, hij zich bij het
voorstel van Burgemeestér en Wethouders zal neerleggen.
De VOORZITTER verklaart morgen aan den Jeugdraad om spoedige
inzending van zijn rapport te zullen vragen
Wethouder ROMSOM wil, om te bewijzen, dat het hier geenszins gaat
tegen de A.J.C., mededeelen, dat een verzoek van de R.K. Jeugdver-
eeniging in het Belcrumkwartier onlangs ook is afgewezen, omdat er
geen lokaal beschikbaar was. Burgemeester en Wethouders hebben
toen' geen geldelijke vergoeding willen geven, teneinde geen precedent
te scheppen.
De heer LABAN vraagt, of de raadsleden ook inzage kunnen krijgen
van het door den Jeugdraad uit te brengen rapport.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
Zonder verdere bedenkingen wordt daarop conform het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders besloten.
28. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de
„Algemeene Salarisverordening Ambtenaren 1942" in verband met de
invoering van nieuwe rangen bij den dienst voor Maatschappelijk Hulp
betoon (Bijlagen 1947, no. 27).
De heer VAN GILS merkt op, dat voor het diploma „Sociaal Werk
ster" zeer hooge eischen worden gesteld. Spr. vindt de voorgestelde
salarisnormen daarom te laag.. Hij vreest dan ook, dat men niet de
beste kracht zal krijgen. Spr. wil de zaak nog eens door de commissie
van Georganiseerd Overleg laten bezien.
Wethouder ROMSOM deelt mede, dat juist door die commissie is be
sproken, dat er naast de mogelijkheid van een sociaal werkster ook een
sociaal werker moet kunnen zijn. De salarisnormen werden voldoende
geacht door de commissie. Ook de tegenwoordige sociale werkster gaat
erop vooruit; zij is bereid op dit salaris te blijven. Spr. zou deze aan
gelegenheid gaarne heden willen afdoen.
De heer VAN GILS is er van uitgegaan, dat de sociaal werkster hier
gelijkwaardig is aan die in andere gemeenten. Spr. gelooft, dat men op