11 FEBRUARI 1947 549 het voorgestelde salaris met een minderwaardige kracht genoegen zal moeten nemen. De VOORZITTER zegt, dat het altijd gevaarlijk is de salarisnormen met die van andere gemeenten te gaan vergelijken; men weet immers niet, welke eischen daar worden gesteld. Wethouder ROMSOM merkt nog op, dat er een groot verschil is tus- schen een sociaal werkster bij Maatschappelijk Hulpbetoon, bij de Woningnoodcommissie of ter Gemeente-Secretarie. In de Commissie van Georganiseerd Overleg is besproken den naam „controleur M.H." te veranderen in „sociaal werker"; dit zal een beteren indruk maken bij huisbezoek. De heer DE RUITER moet bezwaar maken tegen de uitlating van Wethouder Romsom, dat deze sociaal werkster voor dit salaris wel wil blijven. Spr. zou een andere maatstaf willen aanleggen bij de salari- eering, n.l. die welke algemeen geldt voor dit soort krachten. Wethouder ROMSOM zegt, dat dit voorstel niet is bedoeld om de tegenwoordige sociaal werkster te houden. Zij kon een andere betrek king krijgen, doch wil op het nieuwe salaris hier blijven. Dit salaris is echter te veel voor een nieuw aan te stellen kracht; daarom is de rang van sociaal werkster 2e klasse ingesteld. Spr vindt, dat men dit voorstel gerust kan aannemen; de zaak kan dan toch nog nader worden bezien. De heer BRINKERHOF vraagt, hoe de salarissen zijn van de con troleurs bij M.H. Wethouder ROMSOM antwoordt, dat die salarissen gelijk zijn aan het voorgestelde salaris van de sociaal werkster le klasse. De heer BRINKERHOF vindt die salarissen dan miniem. Wethouder ROMSOM zegt. dat er ook nog toelagen bijkomen. De heer JONKER merkt op, dat, als men den controleur bij M.H. „sociaal werker" gaat noemen, deze dan ook de opleiding daarvoor moet hebben gehad. Spr. stelt voor, het voorstel ongewijzigd te laten en daarna de heele zaak nog eens op de helling te brengen. Wethouder ROMSOM zou voor „sociaal werker" ook menschen wil- hebben, die de school daarvoor hebben doorloopen. De heer SCHIJEN heeft bezwaar tegen verandering van den naam „controleur M.H.". Hij gelooft niet, dat die naamsverandering bij huis bezoek een beteren indruk zal maken; die indruk hangt af van het op treden van den controleur. De VOORZITTER merkt op, dat die zaak thans niet aan de orde is; Burgemeester en Wethouders hebben zich daarover nog niet eens be raden. Spr. geeft in overweging het voorstel van Burgemeester en Wethouders ongewijzigd aan te nemen. De heer JONGBLOED is het eens met Burgemeester en Wethouders; de zaak kan later nog wel eens worden bezien. Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkomstig het voor stel van Burgemeester en Wethouders besloten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 549