550 11 FEBRUARI 1947 29. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking van het raadsbesluit van 15 November j.l., waarbij werd vastgesteld de le wijzigingsverordening van de „Algemeene Politieverordening voor de gemeente Breda 1945", en tot vaststelling van de nieuwe eerste wijzi gingsverordening (Bijlagen 1947, no. 30). Zonder eenige bedenking wordt dienovereenkomstig besloten. 30. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een tweede wijzigingsverordening van de „Algemeene Politieverorde ning voor de gemeente Breda 1945" (Bijlagen 1947, no. 31). De VOORZITTER merkt op, dat Burgemeester en Wethouders hun voorstel in. tweeën hebben gesplitst, n.l. in een, waarmede de Gedepu teerde Staten zich wel kunnen vereenigen dit voorstel komt voor onder punt 29 der agenda en een, waarmede dat College het niet eens is. De heer JONGBLOED zou de bepaling, welke Gedeputeerde Staten wraken, niet in de politieverordening willen opnemen. Hij is het met de Gedeputeerde Staten eens, dat in die bepaling een verbod wordt gegeven, dat verder gaat dan de Rijkswetgever kennelijk heeft gewild. Burgemeester en Wethouders willen nu nog eens probeeren die bepa ling er door te krijgen. Als daarvoor een ernstige reden was, stond de zaak anders, doch Spr. acht die niet aanwezig. Breda moet geen uit zondering willen maken. Het gaat z.i. te ver om te eischen, dat iedere persoon beneden de 18 jaar geen café mag bezoeken, tenzij hij door één zijner ouders of zijn voogd vergezeld is. De VOORZITTER merkt op, dat het nu niet meer gaat om de kwes tie, of men de bepaling zelf al of niet gewenscht acht; hierover heeft de Raad zich reeds de vorige maal uitgesproken. Het gaat er nu alleen maar om, of men het eenmaal ingenomen standpunt wil volhouden of niet. De heer JONGBLOED wil daar niet aan meedoen. Spr. meent, dat de zaak van Burgemeester en Wethouders zwak staat. De heer DE RUITER wil zich ook bij de beslissing van Gedeputeerde Staten neerleggen. Hij is het met den heer Jongbloed eens, dat de zaak van Burgemeester en Wethouders zwak staat. De VOORZITTER zegt, dat het toch nooit de bedoeling van den wet gever kan zijn, dat jonge kinderen beneden 16 jaar met een willekeuri ge meerderjarige in de kroeg kunnen komen. Burgemeester en Wet houders willen die zaak eens uitvechten tot in de hoogste instantie. Daarop wordt het voorstel van Burgemeester en We'houders zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heeren JONGBLOED en DE RUITER wenschen aanteekening in de notulen dat zij geacht moeten worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. 31. Prae-advies van Burgemeester en Wethouders op een verzoek van het Bestuur der R.K. Meisjesschool aan de Etnastraat, om mede-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 550