558
11 FEBRUARI 1947
2. De heer SCHIJEN wil een opmerking maken over het uitbrei
dingsplan der gemeente. Spr. heeft n.l. bemerkt, dat bij uitvoering van
het plan-Liniestraat goede tuingrond verloren zal gaan. Spr- acht dit
niet juist. Hij wil goede tuingronden buiten het uitbreidingsplan
houden.
De VOORZITTER zegt, dat dit niet altijd mogelijk is; men kan dit
betreuren, maar daaraan is niet te ontkomen. De bedoelde tuingrond
maakt slechts een klein gedeelte van het uitbreidingsplan uit; de Boei-
meer gaat op en duur ook heelemaal verloren.
De heer SCHIJEN vraagt, of men het uitbreidingsplan daaraan eens
wil toetsen.
De VOORZITTER: Dit is reeds gebeurd-
De heer SCHIJEN: Maar daar is nooit tegen gevochten.
De VOORZITTER zegt, dat dit niet zal helpen, daar men toch een
goed stedebouwkundig geheel moet verkrijgen. Te dien opzichte zit
Breda toch al aan verschillende kanten vast, b.v. aan de zijde van het
Mastbosch.
De heer SCHIJEN zou het opofferen van enkele ha. bosch niet zoo
erg vinden- Hij zal de zaak nog eens grondig bekijken.
3. De heer VAN OYEN klaagt over de spiegelgladde wegen in de
buitenwijken. In Oosterhout is het met die buitenwijken heel wat beter
gesteld.
De VOORZITTER merkt op, dat de trottoirs door de burgers sneeuw
en ijsvrij moeten worden gemaakt. Burgemeester en Wethouders zullen
hen daartoe nog eens aanzetten door middel van een publicatie in de
pers.
Wethouder VAN HAPEREN deelt mede, dat door het personeel van
den Reinigingsdienst deze week dag en nacht is gewerkt; dit wil niet
zeggen, dat alle buitenwijken onder handen zijn genomen. Het bestrij
den van de gladheid kost duizenden kilo's zout- Het benoodigde zout
moet af en toe aangevoerd worden, zoodat er wel eens eenige stagnatie
voorkomt in het werk. Als het evenwel een straat van belang is, kan
men den directeur van de Reiniging opbellen om hem daarop attent te
maken.
4. Den heer KAMPHUIJS verheugt het, dat het woonwagenkamp de
aandacht van Burgemeester en Wethouders heeft. Spr. merkt op, dat
er weer woonwagens van zigeuners buiten het kamp staan. Spr- vraagt,
of die ook niet in het kamp kunnen worden opgenomen.
De VOORZITTER zegt, dat die wagens na de vorst hier terstond weg
moeten; hij zal de politie daarop nog eens wijzen.
Alsnu sluit de Voorzitter de vergadering.