4 MAART 1947
575
Wethouder ROMSOM verklaart, dat die zaak reeds in onderzoek is.
Het is niet de schuld der Commissie, dat er iets is uitgelekt. Spr. heeft
in verband hiermede de desbetreffende stukken medegenomen naar
het Gemeentehuis. Er is nog geen voordracht door de Commissie vast
gesteld.
2. De heer BREKELMANS vraagt nadere inlichtingen over de
bovenwoning in het perceel Boschstraat 49. Deze is aan de Singer Mij.
verhuurd onder voorwaarde, dat iemand van haar personeel die woning
zou betrekken. Nu is echter gezegd, dat dit niet kon, omdat de ruimte
vol met kisten staat.
De VOORZITTER zegt, dat met de Singer Mij. indertijd is afgespro
ken, dat haar monteur uit Bergen op Zoom de bovenwoning zou be
trekken. Dit is echter niet doorgegaan. De woning is moeilijk aan een
ander te verhuren, omdat daarin materiaal is opgeslagen. Er is nu ge
zegd, dat de Singer Mij. binnen een maand zelf voor bewoners moet
zorgen; slaagt zij daarin niet, dan zullen zij door de Woningnoodcom
missie worden aangewezen.
3. De heer VAN DEN EEDEN vestigt de aandacht op het feit, dat
op den hoek van de Godevaert Montenstraat en de Tweede Markstraat
sinds lang een huis leeg staat.
De VOORZITTER zegt, dat een onderzoek zal worden ingesteld.
4. De heer VAN BIJNEN heeft indertijd verzocht om oprichting van
een openbaar badhuis in het Belcrumkwartier. Spr. heeft verder niets
meer daaromtrent vernomen. Hij vraagt, of dit badhuis niet voor-
loopig in het Openbaar Slachthuis zou kunnen worden ondergebracht.
De VOORZITTER antwoordt: dat dit zal worden nagegaan.
5. De heer TEN HOLDER deelt mede, dat een aantal jongelieden,
die in Indië in kampen hebben gezeten, hier thans een cursus volgen
om hun studie in te halen. Deze cursus kon niet op de H.B.S. worden
gehouden, omdat daarvoor de ruimte ontbrak. Daarom is hij thans
ondergebracht in een localiteit van de Dr. de Visserschool, welke ech
ter niet verwarmd kan worden wegens kolengebrek. Een verzoek aan
de Lichtbedrijven om cokesverstrekking is afgewezen. Spr. vindt echter
in dit geval alleszins reden aanwezig om te helpen. Vervolgens vraagt
Spr., of men eigenaren kan verplichten om hun woningen aan te
sluiten aan de gas-, electriciteits- en waterleiding. Er zijn n.l. in de
oude fabriek van de N.V. Princenhage-Kapelle gezinnen ondergebracht,
die het aan gas, water en electriciteit ontbreekt.
De VOORZITTER meent, dat men de eigenaren wel kan verplichten
hun woningen aan de waterleiding aan te sluiten, doch niet aan het
gas- en electriciteitsnet. De zaak zal echter worden nagegaan.
Wethouder STRUYCKEN begrijpt niet, dat een aanvrage in dit geval
is afgewezen. Spr. zal de zaak onderzoeken.
6. De heer DE RUITER zegt, dat er in de gemeente-woningen aan
de Olmstraat gevallen van samenwoning voorkomen, waarbij het groote
bezwaar is, dat de eerste étage geen aansluiting heeft op de gas- en
waterleiding. Spr. vraagt, of men hierin niet kan voorzien.