576
4 MAART 1947
Wethouder STRUYCKEN antwoordt, dat de materiaalschaarschte
hierbij vaak een bezwaar vormt. Belanghebbenden kunnen echter een
aanvrage bij de Licht- en Waterbedrijven indienen.
7. De heer VAN GILS vraagt, of er mededeelingen kunnen worden
gedaan over de herclassificatie der gemeente.
De VOORZITTER antwoordt, dat een verzoek daartoe door het ge
meentebestuur aan den Minister van Financiën is gedaan in vereeniging
met de in Breda gevestigde rijksambtenaren.
8. De heer VAN OYEN vraagt naar aanleiding van een desbetref
fend krantenartikel, dat in de leeskamer voor de raadsleden ter visie
heeft gelegen of Burgemeester en Wethouders aandacht hebben ge
wijd aan de spoorlijn Antwerpen-Breda-Utrecht.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend. Het verzoek om die spoor
verbinding tot stand te brengen, is echter afgewezen.
9. De heer VAN BIJNEN zegt, dat het R.K. Gemengd Koor in com
binatie met de Bredasche Orkestvereeniging binnenkort een liederen-
avond zal geven. Gevraagd is daarvoor ontheffing van de vermakelijk
heidsbelasting te geven. Een beschikking op dat verzoek is echter nog
niet genomen. Er is evenwel haast bij de zaak. Spr. dringt derhalve
aan op het spoedig nemen van een beslissing in deze. Hij meent, dat
op een dergelijk verzoek van „Toonkunst" gunstig is beschikt.
De VOORZITTER zegt, dat men dergelijke verzoeken niet alle over
één kam kan scheren. De zaak zal worden bezien.
De heer KAMPHUIJS merkt op, dat de Cultureele Werkgemeenschap
het verzoek van „Toonkunst" heeft gekregen om daarover advies uit te
brengen aan het College van Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER zegt, dat aan de Cultureele Werkgemeenschap zal
worden gevraagd spoed achter de zaak te zetten.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering.
De Voorzitter,