15 APRIL 1947
589
maal juist is. Dit spreekt namelijk van „die kinderen, ten aanzien waar
van door den G.G.D. de noodzaak tot uitzending is geconstateerd."
De VOORZITTER: De „wenschelijkheid" is echter niet uitgesloten.
Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkomstig het prae-
advies van Burgemeester en Wethouders besloten.
24. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het onttrekken aan
het openbaar verkeer van een gedeelte van de Industriekade. (Bijlagen
1947, no. 93.)
De heer BRINKERHOF vraagt, of deze onttrekking geen bezwaar
kan opleveren voor het verdere verkeer op de Industriekade.
De VOORZITTER antwoordt, dat het verdere gedeelte van die kade
al aan het verkeer is onttrokken. Het gaat nu maar alleen om een
strook langs het terrein van de firma Stokvis.
Zonder verdere opmerkingen wordt conform het voorstel'van
Burgemeester en Wethouders besloten.
25. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om voorloopig niet
over te gaan tot verlichting van de klok van het Openbaar Slachthuis.
(Bijlagen 1947, no. 83.)
Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen
gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
26. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van
een crediet voor plantsoenaanleg in de Willemstraat. (Bijlagen 1947,
no. 98.)
Wethouder VAN HOUTEN merkt op, dat er enkele storende fouten
in de kostenbegrooting zijn geslopen; 115 palen vorderen een bedrag
van 172.50 i.p.v. 272.50. Dientengevolge wordt het gezamenlijke be
drag 9.695.i.p.v. 9.795.en moeten de administratiekosten mei
10% verlaagd worden, zoodat die dan 970.worden. In totaaal komt
dan voor rekening van den dienst der Beplantingen een bedrag van
10.665.en wordt het eindbedrag 13.015.
De heer KRAMERS vraagt, welk materiaal voor de te vervaardigen
banken zal worden gebruikt. Het moet een mooi geheel worden.
De VOORZITTER kan niet zeggen, welk materiaal daarvoor zal wor
den gebruikt. Spreker is er echter van overtuigd, dat de keuze daarvan
gerust aan de beide directeuren van Openbare Werken en Beplantin
gen kan worden toevertrouwd.
De heer KRAMERS vraagt, of het niet mogelijk is den stationsgevel
door boomen te camoufleeren.
De VOORZITTER antwoordt, dat zulks wel is overwogen, maar eer
die boompjes groot zouden zijn, zal er wel een nieuw station zijn ver
rezen. Men moet maar denken: Hoe leelijker men het laat, hoe eerder
er een nieuw station zal komen.