15 APRIL 1947 591 Den heer TEN HOLDER spijt het, als hij dergelijke voorstellen als het onderhavige ziet, dat er geen commissie van bijstand is die zulke zaken bekijkt. Het lijkt hem het beste om een commissie van bijstand in het leven te roepen voor wegen en plantsoenen. Men kan dan verder komen tot een systematisch bekijken van het uitbreidingsplan, zoodat er ver binding bestaat tusschen die commissie en de Bouwcommissie. De VOORZITTER zeg, dat de wegen ongetwijfeld bij de Bouwcom missie thuis behooren. Nu de beplantingen steeds meer intensief deel gaan uitmaken van het stadsbeeld, is het misschien wel gewenscht een commissie van bijstand voor de beplantingen in te stellen. Spreker vraagt, of de Raad er iets voor voelt. Daar dit inderdaad het geval blijkt te zijn, verklaart de VOORZIT TER, dat Burgemeester en Wethouders in de volgende vergadering met een voorstel tot instelling van zulk een commissie zullen komen. De heer DE RUITER merkt op, dat de Wolfslaardreef weer een ge val is, dat aantoont, hoe menschen de dupe kunnen worden van een ge schil tusschen instanties. Hetzelfde is ook het geval met de watervoor ziening van enkele woningen aan de Spoorbaanstraat. Men kan die menschen niet zoo laten zitten; er moet iets worden gedaan. De VOORZITTER zegt, dat men de eigenaren kan verplichten tot aansluiting van hun woningen aan de waterleiding. Burgemeester en Wethouders zullen in dien zin probeeren iets te bereiken. Zonder verdere opmerkingen wordt daarop conform het voor stel van Burgemeester en Wethouders besloten. 27. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van een crediet voor door den Dienst der Beplantingen in 1947 uit te voeren extra-werkzaamheden. (Bijlagen 1947, no. 99.) De heer JONGBLOED verklaart, dat het herstel van het Brabant park hem niet zóó urgent lijkt om daarvoor zulk een hoog bedrag uit te geven. Wethouder VAN HAPEREN zegt, dat het toch een feit is, dat het Brabantpark er niet bij ligt zooals het moet. Het biedt voor vreemde lingen, die langs den Wilhelminasingel rijden, geen fraaien aanblik. Voorts zegt Spreker, dat waarschijnlijk coniferen van het Van Sons- beeckpark gebruikt kunnen worden voor het Brabantpark; dit zal dan eenige bezuiniging geven. De zaak is gewikt en gewogen; het kan na tuurlijk minder, maar het park moet er behoorlijk uitzien. De VOORZITTER wijst erop, dat het Brabantpark ook villapark is, d.w.z. dat de tuinen van de huizen moeten overeenkomen met het park. Als men het park zoo als prairie laat liggen, is dit niet in overeen stemming met de verkoopsvoorwaarden van den grond. Ook wordt dit park door duizenden menschen, onder wie vele vreemdelingen, gezien. Men moet het niet verwaarloozen. Breda staat bekend om zijn mooie plantsoenen en parken. Die faam moet gehandhaafd blijven. De heer JONGBLOED heeft nooit gemerkt, dat men vanaf den singel het Brabantpark inrijdt om het te gaan zien.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 591