594
15 APRIL 1947
hoogte van -de „Etna", hetwelk nog met veldkeien is bestraat, van een
normale bestrating voorzien.
De VOORZITTER zegt, dat dit zal worden bekeken.
De heer BRINKERHOF heeft in dit voorstel de goedkeuring van de
Bouwcommissie gemist. Spreker is het met den heer Van Oosterhout
eens, dat het rijwielpad direct langs den rijweg moet loopen; hij acht
dit niet gevaarlijker. Immers, als daar het wandelpad ligt, dan wordt
het voor de wandelaars gevaarlijk. Spreker stelt voor, het oorspronke
lijk plan, waaraan de Bouwcommissie haar goedkeuring heeft gehecht,
uit te voeren en niet dit plan van Burgemeester en Wethouders. Wat
de verbetering van den Stationsweg betreft, zou Spreker gaarne zien,
dat de klinkerbestrating tot bij den spoorwegovergang werd doorge
trokken.
De VOORZITTER zegt, dat zulks zal worden bezien. Voorts merkt
Spreker op, dat Burgemeester en Wethouders den Raad toch wel een
ander voorstel mogen voorleggen dan de Bouwcommissie heeft goed
gekeurd.
De heer TEN HOLDER zegt, dat ook in het volgende voorstel, tot be
strating van een gedeelte van de Johan Willem Frisolaan, niet is ver
meld, of de bouwcommissie ermede accoord gaat. Spreker zou ook in
dergelijke plannen de commissie voor de beplantingen willen betrekken.
De VOORZITTER is het daarmede niet eens; wegen behooren tot het
domein van de Bouwcommissie.
De heer HEER heeft ook eenig bezwaar tegen het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders, waardoor het wandelpad tusschen den rij
weg en het rijwielpad zou komen te liggen- Spreker zou het wandelpad
willen laten vervallen, het trottoir verbreeden, den rijweg opschuiven
en het rijwielpad afzetten met een ligusterhaag.
De VOORZITTER zeg, dat dit enorme kosten met zich zou brengen.
Voor Spreker geldt als hoofdmotief, dat men de mogelijkheid moet
openhouden om den rijweg breeder te kunnen maken.
De heer JONGBLOED blijft het een voordeel vinden, als het rijwiel
pad van den rijweg is gescheiden, vooral met het oog op den avond.
De VOORZITTER vindt, dat men bij het voorstel van Burgemeester
en Wethouders moet blijven. Spreker zal dit in stemming brengen; wie
tegen dit voorstel stemt, is voor uitvoering van het voorstel van den
heer Brinkerhof.
Het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop
in stemming gebracht en verworpen met 18 tegen 17 stemmen.
Tegen: de heeren Verschuren, de Ruiter, Brekelmans, Kra
mers, Van der Kleij, Van Gils, Beekers, Brinkerhof, Van den
Eeden, Van Oosterhout, Van Bijnen, Van Swol, Verhaak,
Cosijn, Jonker, Van Gooi, Laurey en Van de Noort.
Voor: de heeren Van Kampen, Van Oyen, Laban, Heer, Van
Haperen, ten Holder, Romsom, Struycken, Jongbloed, Dirven,
Meijers, Van Arendonk, Roovers, Van Houten, Kamphuijs,
Van der Meulen en Sprangers.