15 APRIL 1947 595 De VOORZITTER constateert, dat dus het voorstel van den heer Brinkerhof, om het oorspronkelijk voorstel, dat door de Bouwcommissie is goedgekeurd, uit te voeren, is aangenomen. 33. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van een crediet voor rioleering en bestrating van een gedeelte van de Johan Willem Frisolaan. (Bijlagen 1947, no. 100.) Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 34. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verhooging van het crediet voor verbetering van de Elsstraat. (Bijlagen 1947, no. 89.) De heer LAUREY heeft geen bezwaar tegen dit voorstel, maar het heeft zijn aandacht getrokken, dat aan beide kanten van de Elsstraat koolasch-trottoirs zullen komen. In den winter zullen die trottoirs modderig zijn en in den zomer zeer stoffig. Naar aanleiding hiervan vraagt Spreker, of men geen tegeltrottoirs zou kunnen leggen. De VOORZITTER antwoordt, dat zulks aan den lagen kant van die straat niet mogelijk is. Men moet echter niet zoo bang zijn voor kool asch-trottoirs. Men kan het eerst eens aanzien. De heer COSIJN merkt op, dat men misschien tegels van den Tram singel overhoudt, welke voor de Elsstraat gebruikt kunnen worden. De VOORZITTER zegt, dat men dit nog wel eens zal bekijken. De heer BRINKERHOF merkt op, dat in dit voorstel niet staat ver meld, dat de Bouwcommissie daarover gehoord is; dit is toch gebeurd. De VOORZITTER zal voortaan in de voorstellen doen vermelden, dat de Bouwcommissie gehoord is. Zonder verdere bedenkingen wordt overeenkomstig het voor stel van Burgemeester en Wethouders besloten. 35. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot verleenen van een crediet voor herbestrating van de Vierwindenstraat. (Bijlagen 1947, no. 90.) Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 36. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van een crediet voor herbestrating van de O ede van Hoornestraat. (Bij lagen 1947, no. 91.) Zonder eenige bedenking wordt dienovereenkomstig besloten. 37. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van een crediet voor herstel van urinoirs. (Bijlagen 1947, no. 88.) De heer VAN OOSTERHOUT kan niet met dit voorstel aceoord gaan. Het op te richten urinoir bij de St. Josephkerk zou een voorbeeld kun nen worden voor de geheele stad. Spr. wil dit voorstel daarom aan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 595