596 15 APRIL 1947 houden totdat het plan voor dit urinoir gereed is. Met het herstel van de ijzeren urinoirs schiet men niets op; zij blijven toch leelijk. Spr. noodigt Burgemeester en Wethouders uit, hun voorstel terug te nemen. De VOORZITTER zegt, dat bij aanneming van dit voorstel de be staande urinoirs nieuwe ijzeren mantels zullen krijgen. Neemt men dit voorstel niet aan, dan moet eerst afgewacht worden, hoe het gebouwtje bij de St. Josephkerk bevalt. De gemestelde gebouwtjes bevallen meest al niet. Men kan dergelijke gebouwtjes niet overal zetten. Bij de St. Josephkerk kan het er nog net mee door. De heer VAN OOSTERHOUT merkt nog op, dat ijzeren urinoirs uit den tijd zijn; men ziet ze nergens meer. De VOORZITTER zegt, dat dit voorstel nog wel kan worden aange houden. Men zal dan eerst het nieuwe gebouwtje moeten bezien. De heer VAN OOSTERHOUT: Er zal dan spoed moeten worden be tracht met den bouw. De VOORZITTER: Dit zal zeer zeker gebeuren. De verdere behandeling van het voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt daarop aangehouden. 38. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verleenen van een crediet voor den bouw van 88 woningen nabij de Meidoornstraat en tot het aanvragen van Rijksvoorschotten ingevolge de Woningwet, als mede een bijdrage van het Rijk in de kosten van exploitatie. (Bijlagen 1947, no. 101.) De heer DIRVEN heeft geen bezwaar tegen dit voorstel, maar hij zou met het oog op de toekomst toch een opmerking willen maken. Er zijn onlangs door den directeur van Openbare Werken 14 tuinders opge roepen; hun is toen gezegd, dat zij vóór 1 April den kostprijs van hun grond moesten opgeven, daar deze grond waarschijnlijk nog dit jaar in gebruik zou worden genomen. Deze boodschap heeft de menschen wan hopig gemaakt, want het ging om hun bedrijf; een vijftal zal daardoor zelfs broodeloos worden. Het is daar namelijk de streek, waar de beste tuingrond in deze gemeente voorkomt. Spr. vindt, dat men ervoor heeft te waken, dat niet alle tuingrond bebouwd wordt, anders zouden Beek en Etten in de toekomst het centrum van den tuinbouw worden. Spreker geeft Burgemeester en Wethouders in overweging niet verder door te gaan met den besten tuinbouwgrond voor woningbouw te be stemmen. Spreker wil in dit verband nog opmerken, dat in „Boeimeer" nog een terrein ligt, dat nergens anders voor geschikt is dan voor weiland. De VOORZITTER zegt, dat deze bouw past in het uitbreidingsplan, dat, evenals het uitbreidingsplan-Liniestraat, door den Raad is goed gekeurd. Ook onder het uitbreidingsplan-Liniestraat vallen goede tuin- bouwgronden. Spreker geeft toe, dat het jammer is, dat tuingrond ver loren gaat, maar het is hoog noodig voor stadsuitbreiding. Voorts merkt Spreker op, dat men een complex volkswoningen niet midden in de „Boeimeer" kan zetten.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 596