598
15 APRIL 1947
en daar men zich daarbij wijken denkt met 20.000 inwoners, zou dit
in Breda zeer goed te verwezenlijken zijn, mits men de plannen spoedig
daaraan aanpast.
3. Wij zullen erop moeten rekenen, dat met de toenemende industria
lisatie van. het Zuiden zich ook vele personen uit andere deelen van het
land hier zullen vestigen, die in vele gevallen de voorkeur zullen geven
aan z.g. arbeiders-flats boven het woningtype dat hier tot heden ge
bruikelijk is.
Nu ik het toch over het uitbreidingsplan heb, wil ik hieraan nog de
opmerking vastknoopen, dat dit m.i. niet voldoet in verkeers-technisch
opzicht. Er zal gerekend moeten worden op een zeer snelle toename
van het verkeer en dit zal bijzondere oplossingen vragen voor drukke
kruispunten e.d. Daar, waar belangrijke wegen elkaar snijden, zal op
den duur de eenige oplossing zijn, het aanleggen van viaducten.
Tenslotte nog eenige vragen, alle verband houdend met het woning
vraagstuk.
1. Wanneer denkt men de bij de a.s. volkstelling verkregen gegevens
voor practisch gebruik te hebben gerangschikt?
2. Hoe is het mogelijk te voorkomen, dat bij de volkstelling onjuiste
of onvolledige gegevens met betrekking tot de beschikbare woonruimte
worden verstrekt?
3. Heeft U nog kunnen doen nagaan, hoe het gesteld is me' de woon
ruimte in pastorieën e.d, zooals door U in één der vorige vergaderin
gen werd toegezegd?
4. Is nog steeds de huurprijs van de nieuwe woningen niet bekend?
De VOORZITTER verzoekt den heer De Ruiter z'n vragen schriftelijk
in te dienen; ze kunnen dan worden bekeken.
De heer BRINKERHOF kan niet met de zienswijze van den heer De
Ruiter meegaan. Spreker vindt hoogbouw hier absoluut ongewenscht.
Bovendien moet er licht en lucht in de arbeiderswoningen kunnen
komen. Het Departement voor Wederopbouw en Volkshuisvesting geeft
trouwens aanwijzingen voor open bebouwing. Spreker verwijst in dezen
naar de woonwijk van Stork in Hengelo. Daar is ook open bebouwing;
het lijkt een mooi villapark. Ook montagebouw acht Spreker onge
wenscht.
Voorts zegt Spr. het volgende:
Mijnheer de Voorzitter,
Onze fractie zal zich noodgedwongen neer leggen bij deze plannen
voor de 80 woningen en 4 winkelhuizen. Ik herhaal noodgedwongen,
omreden de plannen geheel gereed zijn en de geringste vertraging in
deze nood niet aan te bevelen is, tenzij de Raad anders oordeelt.
Nu zal de Raad naar voren kunnen brengen: „Maar waarvoor hebben
we nu een Bouwcommissie, te meer omreden het prae-advies luidt, dat
deze commissie zich accoord heeft verklaard, behoudens kleine opmer
kingen." En mijnheer de Voorzitter- dit prae-advies is ten deele juist,
doch niet zoo volledig dat de Raad onze bezwaren daarin uit zal kunnen
opmaken, reden waarom ik deze nader wil toelichten.
Aanvankelijk kreeg de Bouwcommissie de plannen thuis gestuurd om
daarop schriftelijk advies uit te brengen. We gingen hiermede niet