10 14 JANUARI 1948 De heer SPRANGERS vraagt of bij het toewijzen van een van Coothwoning altijd gelet wordt op de door de heer van Cooth ge stelde voorwaarden dat deze woningen alleen mogen worden ge geven aan inwoners van Breda die de ouderdom van 55 jaar heb ben bereikt. De VOORZITTER zegt er geen bezwaar tegen te hebben om het voorstel zodanig te wijzigen dat Burgemeester en Wethouders worden gemachtigd gehoord de Commissie van toezicht op het Nijverheidsonderwijs. De heer VAN HOUTEN merkt op dat de voorwaarden gesteld voor het toewijzen van een van Coothwoning worden nagekomen. De heer DE RUITER vraagt of het ook de bedoeling van de heer van Cooth is geweest dat ook aan andere leerlingen dan die van het Nijverheidsonderwijs, met name aan die van andere neutrale lagere en u.l.o.-scholen jaarlijks geldelijke premiën worden uitge reikt. Weth. ROMSOM zegt dat in het legaat duidelijk is bepaald welk bedrag alleen aan Nijverheidsonderwijs kan worden besteed en welk bedrag voor premiën aan leerlingen van openbare lagere cn u.l.o.-scholen en ambachtschool. De heer BRINKERHOF vraagt of de premies dus ook worden gegeven aan leerlingen van alle openbare lagere scholen. Weth. ROMSOM antwoordt bevestigend. Hierna wordt het voorstel met inachtneming van de voorgestelde wijziging dat de commissie voor het Nijver heidsonderwijs moet worden gehoord bij het doen van de voorgestelde uitgaven. 11. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een reglement en instructie voor onderwijzend personeel (bij lagen 1948, no. 15). De heer BRINKERHOF merkt op dat in art. 5 van de instructie is bepaald dat door het onderwijzend personeel niet mag gerookt worden in de lokalen voor zolang de lokalen voor leerlingen toe gankelijk zijn. Nu is de onderwijzer bevoegd ingevolge art. 11 sub d. om de leerlingen ter handhaving van orde en tucht onder toezicht na te houden, in dat geval vindt spreker het niet juist om het rook verbod te handhaven. Spreker zou dan ook willen voorstellen in art. 5 deze uitzondering te willen opnemen. Weth. VAN HOUTEN merkt op dat zulks wel eens bezwaarlijk kan zijn voor de kinderen, maar hij heeft overigens geen bezwaar tegen opname van deze uitzondering. De VOORZITTER stelt voor deze uitzondering op te nemen. Hierna wordt het voorstel aangenomen met inachtne ming van de voorgestelde wijziging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 10