31 MAART 1948 111 stad Breda, een gemeente van le stand zou worden- Nu is er niets waar ik zo'n hekel aan heb dan aan standen in de samenleving, omdat ze als regel verkeerd geprojecteerd liggen en Breda is daar wel een typisch voorbeeld van, misschien ook wel dank zij haar K.M-A. Nee mijnheer de Voorzitter, Breda heeft andere mogelijkheden om de stad van het Zuiden te zijn en te blijven, die mogelijkheden liggen in een ruimte- latende en royale gemeente-politiek, in een krachtig stimuleren van het vreemdelingenverkeer, het bevorderen van cultureel werk, het stimuleren van goede en waarachtige ontspanningsmogelijkheden. Dit alles is voor Breda mogelijk zonder dat een bloed-aftapping plaats vindt zoals thans wordt voorgesteld- Genoemd zijn in de besprekingen nog de economische voordelen en er is gegoocheld met tonnen geld, maar positieve cijfers zijn nog niet ter tafel gekomen. Ongetwijfeld zullen bepaalde middenstanders voordelen hebben bij de vestiging van de K-M.A. in Breda- En moeten deze persoonlijke voordelen goedmaken de afbraak van ons stadspark? Laten *we deze dingen zien in hun juiste verhoudingen. Het culturele leven zou met de vestiging van de K-M.A. belangrijk gebaat zijn? Neen mijnheer de Voorzitter ter bevordering hiervan is ook weer nodig een ruime en gezonde gemeentepolitiek en het bieden van mogelijkheden tot ontplooiing van het culturele leven- Ik weet, dat mijn betoog wat moeilijk te volgen is geweest- Ik had alles op papier gezet, maar gezien het betoog van verschillende leden, achtte ik het niet meer nodig alles naar voren te brengen. Wel wil ik nog opmerken, dat het verkeersplan van de heer Meijs mijn instemming heeft, maar ik zou dit los willen bezien van de K.M-A- kwestie. Als Raad van Breda vertegenwoordigende de inwoners van de stad hebben wij thans te beslissen over de afgifte van een gedeelte van een onzer mooiste bezittingen. De culturele raad heeft zich verklaard tegen het plan, de inwoners van Breda doen hetzelfde, zouden wij als Raad' dan een andere beslissing kunnen nemen? Mijn inziens niet- En ik wil dan ook eindigen met een ernstig beroep te doen op alle Raads leden om op dit moment te kiezen voor het ongeschonden behoud van ons mooiste stadspark, een park dat zeker nog veel en veel mooier ge maakt kan worden dan het nu is en dat dan zeker onze stad zal doen opklimmen tot de schoonste en mooiste in het land. Ik dank U." De heer JONGBLOED heeft met opzet eerst nog even willen luisteren naar hetgeen verschillende Raadsleden over deze aangelegenheid zei den. De verantwoordelijkheid om thans een beslissing te nemen, is wel zeer zwaar. We zullen moeten beslissen voor jaren over de toekomst van Breda- Behoud Valkenberg en K.M-A. moeten we tegen elkaar af wegen. Spreker kan zich voorstellen, dat Burgemeester en Wethouders voor dezelfde moeilijkheden hebben gestaan. Op dit ogenblik vraagt spreker zich nog af of we per sé het ene moeten kiezen ten koste van het andere. We zouden niet graag de K.M-A. missen, maar ook niet gaarne afstand van 't Valkenberg doen- De Staat wil de K.M.A- wel hier houden, maar verlangt een groot stuk van het Valkenberg- Maar het moet de Staat toch ook niet onverschillig blijven hoe er met de natuur schoon wordt omgesprongen en op welke wijze er zorg wordt gedragen voor recreatie-oorden. Aanvankelijk had spreker gedacht, dat het wel zou moeten gebeuren zoals Burgemeester en Wethouders het voorstel len, maar na in het Valkenberg de zaak in ogenschouw te hebben ge nomen kan spreker er niet over heen, dat er een stuk af zal moeten-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 111