31 MAART 1948 115 punt zou hebben kunnen doen wijzigen- Men zou kunnen debateren over de standing, welke de cadetten hier zouden kunnen brengen. Spre ker vindt het een grote vraag of de cadetten hier populair waren. De heer van Oijen doet het voorkomen alsof de moraal begint waar de militairen komen. Spreker is van de tegenovergestelde mening. Het gaat hier om behoud van cultuurgoederen- Deze zijn niet te ruilen- Wat het laatste voorstel betreft moet spreker zeggen, dat hij dit toch wel een eigenaardige manier van doen vindt. Het Valkenberg wordt aan de Minister aangeboden, maar men verzoekt vriendelijk het niet te willen némen. Spreker zou voor willen stellen eerst aan de Minister te vragen of hij genoegen wil nemen met 10 ha. terrein. De heer MEIJS brengt naar voren dat de woorden gesproken door de Voorzitter aan het adres van de Minister en zijn adviseurs wel zeer op zijn plaats waren- Ook spreker heeft de indruk gekregen, dat er met deze Minister en zijn adviseurs te praten valt. Spreker is een van de langstzittenden Raadsleden; hij meent vanaf 1932, en al die tijd is meer malen getracht een parallelweg met de Ginnekenstraat te verkrijgen over militair terrein. Bij overlevering weet hij, dat ook tevoren meer malen een poging is gedaan. Men heeft echter nooit een voet aan de grond-gekregen. Thans blijkt de Minister een open oog te hebben voor deze verkeersader, welke beslist noodzakelijk is- Een groot probleem zou thans kunnen worden opgelost. Want, al wil spreker niets zeggen ten nadele van kazernes, het is nu eenmaal zo, dat die aanwezigheid een enge begrenzing van de om geving met zich brengt. Het verwondert spreker zeer, dat op de Gin nekenstraat nog niet meer ongelukken gebeuren, vooral op de hoek Ginnekenstraat/Houtmarkt. Het loopt er over het algemeen nog al goed af. Er gaat wel eens een luifel aan, maar overigens brengen de chauf feurs het er daar nog al aardig af- Maar ongelukken zullen op de duur niet uitblijven. Spreker zou nog wel gaarne vernemen wat de Minister precies bedoelt met het in principe bereid zijn. Spreker gelooft niet, dat de Minister vandaag zo en morgen zus zal spreken- Het zal wei meer zo bedoeld zijn, dat over de uitvoering nog een woordje moet worden gesproken. Spreker had hierover nog graag meer zekerheid- Wat het afstaan beteft van een gedeelte van het Valkenberg kan spre ker wel zeggen, dat we daar allemaal sterk tegen zijn. Daarom kan spreker ook toejuichen, dat laatst gedane voorstel nog is gekomen. Hij wil zijn stem er aan verlenen als: 1. de zo noodzakelijke parallelweg zal komen en 2- als getracht zal worden alsnog het Valkenberg te behouden. De heer JONGBLOED is zeer erkentelijk voor het nieuwe voorstel van Burgemeester en Wethouders. Spreker vindt het zeer aanlokkelijk eerst de Minister te raadplegen, maar als dat niet gaat, is hij toch wel voor dit voorstel. Het is in het leven nu eenmaal zo dat men vertrouwen moet weten te hebben, ook al wordt het vertrouwen dikwijls beschaamd. Als men van nature optimist is zoals spreker, een eigenschap, die men nu eenmaal heeft en waaraan men zelfs niets kan doen dan stelt men steeds weer opnieuw vertrouwen in de mensen. Spreker zal dan ook zijn stem aan dit laatste voorstel geven in het vertrouwen, dat de Minister alles in het werk zal stellen om het Valkenberg toch nog te doen behouden- De heer LABAN zegt de woorden „bloed aftappen" gaarne te willen terugnemen. Hij heeft het ook niet verkeerd bedoeld. Hij heeft meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 115