116
31 MAART 194Ö
gedacht aan het feit, dan aan de heelmeesters- Spreker is het niet eens
met de heer Jongbloed. Ook hij heeft wel vertrouwen, maar is van
mening, dat men niet moet afwachten wat andere zullen doen- Spreker
„is van oordeel, dat de Raad op deze manier teveel de rol van Pilatus
gaat spelen. De Raad moet beslissen. Spreker zal dan ook zijn stem
niet aan dit voorstel kunnen geven-
De heer SCHIJEN zegt, dat het hem spijt, dat hij niet op tijd aan
wezig is kunnen zijn, waardoor hij veel heeft moeten missen. Spreker
zou nog een ding in het midden willen brengen- Het gaat hier over het
behoud van de K.M.A-, welke dreigde weg te gaan. Men heeft veel
moeite gedaan deze te behouden en nu stelt de Minister eisen Het valt
ons zwaar daaraan te voldoen, maar wil -men de K-M.A- behouden dan
moet men ook offers brengen.
Spreker voelt dan ook alles voor het laatste voorstel van Burge
meester en. Wethouders. Tijdens de onderhandelingen heeft men grote
tegemoetkomendheid bij de Minister gevonden. Het vertrouwen in de
Minister is volkomen gerechtvaardigd. We kunnen weer niet bij de
Minister eerst aankomen om het Valkenberg te sparen, dan loopt men
groot gevaar dat het ons zo zal vergaan; -dat we door telkens meer te
vragen op de duur niets meer gedaan krijgen- We moeten nu met een
groots gebaar bij de Minister komen, in het vertrouwen dat nog het
mogelijke zal worden gedaan om het Valkenberg te behouden. Spreker
zal dan ook zijn stem aan dit voorstel geven.
De heer VAN OOSTERHOUT doet het genoegen te horen, dat de weg
van het Valkenberg naar het Kasteelplein een breedte van 9 meter zal
krij gen-
Na hetgeen de Voorzitter heeft gezegd over de kasteelgracht wil hij
daar niet meer over spreken, ofschoon hij het jammer blijft vinden.
Wat de plaatsing van het gebouw betreft, wil hij de Voorzitter ver
zoeken dit in de aandacht van de Minister te blijven aanbevelen.
Alles in overweging nemende vindt spreker het behoud van de
K-M.A- van zo'n urgent belang, dat hij zijn stem aan dit voorstel wil
geven.
De heer VERHAAK vraagt waar de 10 ha- zullen worden geprojec
teerd- Geschiedt dit b.v. bij de Trip van Zoutlandtkazerne of veel
verder.
De VOORZITTER kan de heer Meijs antwoorden, dat de toezegging
van de Minister over de weg achter de Lange Stallen inderdaad zo
luidde, dat hij in principe er mee accoord ging, maar dat de financiële
zijde, de bescherming van -de uitgangen aan de zijde van het gebouw,
dat langs deze weg komt te liggen, het plaatsen van afrasteringen e-d.
nader moet worden geregeld. Ook wil hij dit los zien van de K-M.A.
kwestie- Spreker kan dit woord van de Minister niet in twijfel trekken.
Spreker kan zich verenigen met de gevoelens van de heer Jongbloed
ten opzichte van de Minister. Hij wil hierbij nog opmerken, dat deze
Minister in een zeer moeilijke positie verkeert. Hij is overkropt 'met
werk, vooral ten aanzien van Indië. Hij heeft verschillende moeilijke
kwesties op te lossen en één ervan is de K.M-A. Ook -de Minister heeft
nog gelegenheid gehad zich over dit laatste te beraden- Spreker heeft
het volste vertrouwen, dat hij zal doen wat mogelijk is. Hij is het ook
met de heer Schijen eens, dat men het geduld van de praetor moet eer
biedigen. Men mag dit niet op de proef stellen- Spreker kan het niet